What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
(a/an/the)
definite and indefinite articles
Articles
=
lidwoorden
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Engels
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
definite and indefinite articles
Articles
=
lidwoorden
Slide 1 - Slide
Articles
Wanneer je in het Nederlands
de
of
het
voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels
the
.
Wanneer je in het Nederlands
een
voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels
a
of
an
.
Slide 2 - Slide
Weet je nog wanneer je A en wanneer je AN gebruikt?
Slide 3 - Open question
Articles A / AN
a
gebruik je voor woorden die beginnen met een
medeklinker
.
an
gebruik je voor woorden die beginnen met een
klinker
.
a
p
et
a
t
eacher
a
b
ike
a
c
ar
a
d
oor
a
r
oom
an
e
ar
an
i
nvestigation
an
o
fficer
an
a
pple
an
a
nswer
an
E
nglish man
Slide 4 - Slide
Articles A / AN
Let op! Deze keuze hangt niet alleen af van of je dit schrijft, maar ook of dat je het hoort.
an
h
our (je hoort
our
)
a
u
niversity (je hoort
j
university)
an
M
&M (
je hoort
em&em)
Slide 5 - Slide
Wat valt je op?
an apple a box
an egg a sister
an onion a girl
an astronaut a gift
an ugly cat a handsome boy
an arrogant teacher a university
an hour a one-way street
Slide 6 - Slide
Wat valt je op?
an
a
pple a
b
ox
an
e
gg a
s
ister
an
o
nion a
g
irl
an
a
stronaut a
d
og
an
u
gly cat a
h
andsome boy
an
a
rrogant teacher a
u
niversity
an
h
our a
o
ne-way street
Slide 7 - Slide
Even oefenen...
Slide 8 - Slide
A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange
Slide 9 - Drag question
A
AN
unit
hammer
answer
crane
hour
drill
electrician
Slide 10 - Drag question
A
AN
tool
screw driver
electrical fitting
hard hat
extension cable
power cable
animal
Slide 11 - Drag question
Ax
A
a
B
an
Slide 12 - Quiz
Hammer
A
a
B
an
Slide 13 - Quiz
Hour
A
a
B
an
Slide 14 - Quiz
Uniform
A
a
B
an
Slide 15 - Quiz
avatar
A
a
B
an
Slide 16 - Quiz
European
A
a
B
an
Slide 17 - Quiz
X-ray
A
a
B
an
Slide 18 - Quiz
Articles
A
,
AN
en
THE
moet je soms
wel
gebruiken en soms
moet je ze weglaten
.
Slide 19 - Slide
A / AN
Articles A / AN
moet je gebruiken bij...
- een beroep dat meerdere mensen doen;
She is
a
teacher
.
- nationaliteiten en religies;
He is
an
English man.
She is
a
Christian.
Slide 20 - Slide
A / AN
Articles A / AN
moet je
NIET
gebruiken bij...
een beroep / positie dat maar één persoon kan uitvoeren.
She is
Queen of England
. She is
the Queen of England
.
Biden is
p
resident
of the USA. He is
the president
...
Slide 21 - Slide
A / AN
Articles A / AN
gebruik je
sowieso NOOIT
bij ...
MEERVOUDEN!
Slide 22 - Slide
THE
Articles THE
moet je gebruiken als je
specifiek verwijst naar
...
- een bepaald gebouw;
Yesterday I had to go to
the
hospital in Almelo.
- een bepaald moment of jaar;
I was born in
the
year 2000
.
Slide 23 - Slide
THE
moet je gebruiken als je
specifiek verwijst naar
...
- een maaltijd;
The
lunch we had was amazing!
- een muziek instrument.
I play
the
piano.
Let op! Dus
niet
bij
sporten.
Articles THE
Slide 24 - Slide
THE
moet je
niet
gebruiken als je
verwijst naar een willekeurig gebouw, moment of maaltijd
...
Articles THE
He sometimes skips
lunch
.
Yesterday he broke his leg and had to go to
hospital
.
Mary went to
school
this morning.
We always go to Austria in
winter
.
Autumn
is my favourite season.
Slide 25 - Slide
Which one?
"We bought some cheese and ham. ... cheese was delicious."
A
A
B
The
C
X
D
An
Slide 26 - Quiz
Which one?
"Experts say that ... coffee can be good for your health."
A
A
B
The
C
X
D
An
Slide 27 - Quiz
Which one?
"He is ... engineer."
A
A
B
The
C
X
D
An
Slide 28 - Quiz
Which one?
"He thinks that ... love is what will save us all."
A
A
B
The
C
X
D
An
Slide 29 - Quiz
Which one?
"... president visited our school."
A
A
B
The
C
X
D
An
Slide 30 - Quiz
Denk je dit onderwerp nu onder de knie te hebben?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik ga er nog even mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het toch nog eens samen willen doornemen.
D
Ik snap er niks van.
Slide 31 - Quiz
Vowels
Consonants
Slide 32 - Drag question
Vowels
Consonants
Slide 33 - Drag question
Gnome
A
a
B
an
Slide 34 - Quiz
Elephant
A
a
B
an
Slide 35 - Quiz
Troll
A
a
B
an
Slide 36 - Quiz
strawberry
A
a
B
an
Slide 37 - Quiz
Battle
A
a
B
an
Slide 38 - Quiz
kitten
A
a
B
an
Slide 39 - Quiz
action hero
A
a
B
an
Slide 40 - Quiz
Super hero
A
a
B
an
Slide 41 - Quiz
Aunt
A
a
B
an
Slide 42 - Quiz
Puppy
A
a
B
an
Slide 43 - Quiz
More lessons like this
Articles - lidwoorden
March 2023
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Articles - lidwoorden
September 2024
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Articles - lidwoorden
January 2023
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Articles - lidwoorden
September 2022
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
(a/an/the)
April 2024
- Lesson with
30 slides
Engels
MBO
Studiejaar 3
OPG 49, 50, 51
May 2022
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Ch.4 E
February 2023
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
15/05/2023 1KD - H4 - E Writing and Grammar
May 2023
- Lesson with
10 slides
Engels
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1