KT1D Ma 4 okt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom

Telefoon weg? Pak je spullen!

Wat heb je nodig?

• Boek
• Schrift
• Pen

Wat gaan we doen?

• Extra uitleg
  Hoofdstuk 1 en 2 Schrijven
  
  
• Maken van de eindopdracht

Schrijven

Je schrijft een tekst omdat je iets wilt vertellen

Belangrijk dat de lezer je goed begrijpt

Schrijf op wat je wilt vertellen

Maak eerst een kladversie

5 W+H-vragen

• Wie?                                     
• Wat?
• Waar?
• Wanneer?
• Waarom?
• Hoe?

5 W+H-vragen

Schrijf voor jezelf de antwoorden op.

Als je alle informatie hebt, ga je schrijven. 

Eerst de belangrijkste punten, als laatste hoe en waarom.

Voorbeeld

• Wie? Joyce                                   
• Wat? Zamelt geld in voor de kinderboerderij
• Waar? In de buurt
• Wanneer? Deze week
• Waarom? Omdat het verblijf van de kippen is ingestort door storm
• Hoe? Door langs deuren te gaan met een collectebus

Joyce, een meisje van 8 jaar uit Obdam zamelt samen met haar klasgenoten geld in voor de kinderboerderij. 

Vorige maand is door een harde storm het verblijf van de kippen op de kinderboerderij ingestort. Joyce vond dat erg sneu en wilde iets doen om de kinderboerderij te helpen. Daarom heeft ze besloten om een inzamelingsactie te gaan houden in de buurt. 

Deze week komt ze langs met een collectebus. 

Daarna

Controleer!

• Heb ik alles opgeschreven? Volledig?
• Begrijpt de lezer mij? Duidelijk?

Laatste stap

Schrijf je tekst in het net

Denk aan:

Hoofdletters, punten en vraagteken

Leestekens

Schrijf foutloos en goed leesbaar

Alinea's

Als je tekst langer is dan vijf of zes zinnen, verdeel je de tekst in alinea's.

Overzicht is belangrijk!

Joyce, een meisje van 8 jaar uit Obdam zamelt samen met haar klasgenoten geld in voor de kinderboerderij. 

Vorige maand is door een harde storm het verblijf van de kippen op de kinderboerderij ingestort. Joyce vond dat erg sneu en wilde iets doen om de kinderboerderij te helpen. Daarom heeft ze besloten om een inzamelingsactie te gaan houden in de buurt. 

Deze week komen Joyce en haar klasgenoten langs met een collectebus zodat u kunt doneren. 

Wil je nog wat vragen?

Als het goed is kun je nu een korte, begrijpelijke tekst schrijven. 

De 5 W+H-vragen helpen je daarbij. 

Even checken

Je schrijft een tekst omdat je iets wilt .......

Het is belangrijk dat de lezer het in ....... keer begrijpt.

Je begint met een .......-versie.

Controleer of de tekst volledig en ....... is.

Als alles klopt schrijf je de tekst in het .......

Denk hierbij aan ....... en schrijf foutloos.

De 5 W+H-vragen zijn: Wie, wat, ...., wanneer, waarom en hoe.

De eindopdracht

We lezen samen de opdracht door, 

hierna gaan jullie zelf aan het werk.

We werken in stilte

• Wat?  Schrijf een nieuwsbericht over een film
  Op de Chromebook
• Tijd?  15 minuten
• Klaar?  Lees eerst zelf je tekst nog eens goed door 
  Vraag daarna een klasgenoot om de tekst door te lezen
  Als alles in orde is lever je de tekst in in Teams
• Hulp?  Steek je hand op 

De meeste woorden

Maak groepjes 

Per groep kiest iemand een letter

Maak zoveel mogelijk woorden die beginnen met die letter

Thema's

• Dieren
• Gerecht of voedsel
  
• Beroepen
• Landen
• Voertuigen
• Elektrische apparaten
• Groente of fruit

Schrijf de woorden op!

Wat heb ik vandaag geleerd?