Een halfopen buis staat verticaal opgesteld en we vullen de buis met water. De hoeveelheid water in de buis kan gevarieerd worden. Boven de buis wordt een stemvork gehouden. Men neemt resonantie waar als de waterkolom 0,16 m is en als deze 0,50 m is. Daar tussen wordt geen resonantie waargenomen.
Als gegeven is dat de geluidssnelheid in lucht 340 m/s is, bereken dan de frequentie van de stemvork.