Les 4 - Rijm en metrum

Startopdracht (twee minuten):
Vertel in één zin wat je is bijgebleven van de vorige les. Stop een alliteratie of assonantie (of voor de echte helden: allebei!) in je zin.
1 / 21
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Startopdracht (twee minuten):
Vertel in één zin wat je is bijgebleven van de vorige les. Stop een alliteratie of assonantie (of voor de echte helden: allebei!) in je zin.

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

Poëzie les 4
- Herhalen huiswerktheorie in vijf vragen
- Bespreken gedicht Tjitske Jansen
- Zelfstandig werken: opdrachten bij gedicht maken of lezen voor boekverslag of theorie voor volgende les leren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

VIJF VRAGEN OVER HET HUISWERK

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is de term voor het afbreken van een zin op een plaats waar in de zin juist géén pauze valt?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Hoe noem je deze soort eindrijm?
"Weet je wat ik heb gekregen?
Rode laarsjes voor de regen!
't Is toch niet waar, zei de giraf
Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje ik sta paf."
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
gebroken rijm

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je deze soort eindrijm?
"Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten,
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten."
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
gebroken rijm

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je deze soort eindrijm?
"Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen,
haast dravend en vaak hakend in de mat,
lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen,
gaat elke week de idioot naar 't bad."
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
gebroken rijm

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke term past bij deze strofe van Herman Gorter?
"O ja, ik hou van je,
ik hou zo vrees’lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen –
Maar ik kan het toch niet zeggen."
A
epenthesis
B
elisie
C
alliteratie
D
aanstelleritis

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Gedicht van de les:
Tjitske Jansen - 'De idioot op het dak' 

(Je krijgt het te horen in een filmpje; voor wie liever meeleest
 zie reader blz. 20-21)*

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat voor gevoelens roept dit gedicht op?

Slide 11 - Mind map

Suggesties:
- plaatsvervangende schaamte
- medelijden
Hoe grappig vind je dit gedicht?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Waarom is het wel of niet grappig?
Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel spanning zit er in dit gedicht?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Wat maakt dat er spanning in zit?
Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat valt je op aan de vorm van het gedicht?
(Ik zoek geen 'juist' antwoord, ben gewoon benieuwd naar wat je opvalt.)

Slide 16 - Open question

Mogelijke zaken om te bespreken:
- geen rijm
- meer een verhaaltje dan een gedicht?
- veel herhalingen
- veel enjambementen maar in de voordracht leest ze daaroverheen
- veel zinnen die beginnen met 'ik' 
STIJLFIGUREN
REPETITIO herhalen van woorden of woordgroepen 
Steeds als ik denk: nu laat ik de bel los, laat ik de bel niet los. Hij doet nog steeds
niet open. Ik zoek waar ik beginnen kan met op het dak te klimmen. Een paar
daken van zijn dak vandaan is een begin. Ik begin met op het dak te klimmen.
Als ik drie daken heb gehad, ik ben er bijna.

PARALLELLISME: de structuur  van een zin wordt herhaald
Er was een jongen die de Domtoren op zijn arm had laten tatoeëren, een jongen
die Chris heette, een jongen die later weer in Groningen ging wonen,
er was een jongen die het woord wist voor de geur die hertenwijfjes afscheiden.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Leuk en aardig, die herhalingen, maar...wat is het effect ervan?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

BONUSVRAAG Een beroemd gedicht van M. Vasalis heet "De idioot in het bad" (1940) en Ingmar Heytze, de dichter uit de vorige les, heeft een gedicht met de titel "De idioot in het wak" geschreven. Het gedicht van Tjitske Jansen heet "De idioot op het dak". Welke term kun je hierop loslaten?
A
plagiaat
B
woordgrap
C
intertekstualiteit
D
satire

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

NU DOEN
Werk de vragen bij één van de opdrachten (lees/denk/schrijf) bij dit gedicht uit (reader blz. 20-21) voor je portfolio. Stuur de uitwerking op via Magister.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

HUISWERK
- Leer de termen V Beeldspraak
- Kwam je er bij de vragen aan het begin van de les achter dat je de theorie III Rijm en IV Metrum nog niet beheerst? Leer die nogmaals.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions