(Mavo2) 06-11-2024 (2e les van de week)

Startopdracht

Ga rustig zitten volgens plattengrond

Pak je boek en herhaal de woorden van Kapitel 4 voor de overhoring 1e kans zo meteen

timer
10:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startopdracht

Ga rustig zitten volgens plattengrond

Pak je boek en herhaal de woorden van Kapitel 4 voor de overhoring 1e kans zo meteen

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wortschatz Test
  • Je zit in toets opstelling
  • op je tafel ligt alleen een pen en papier
  • je kijkt op eigen blaadje

Slide 2 - Slide

Wortschatz Test Kapitel 4
NED
DUITS
1. de hond
2. de vis
3. maken
4. lief
5. zacht
6. spelen
NED
DUITS
7. de wolf
8. het dier
9. ondeugend
DUITS
NED
1. die Feuerwehr
2. schlimm
3. beißen
4.erst
5. zum Beispiel
6. weil
timer
6:00

Slide 3 - Slide

Guten Tag!
Was liegt auf dem Tisch?
X
X
das Buch
die Plenda
der Kugelschreiber
die Stempelkarte
der Laptop

Slide 4 - Slide


  • zusammen Arbeiten (15 min) 
  • Planen (5 min)
  • Feedback (5 min)

Slide 5 - Slide


  • Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.
  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je kent de persoonlijke voornaamwoorden.
  • Je kunt de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.
  • ...

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

timer
10:00
Wat kan ik doen? 
  • opdrachten Kapitel 4
  • slim stampen
  • ander opdrachten stempelkaart!

Selbstständig
Arbeiten

Slide 9 - Slide

Weet je het nog?

Slide 10 - Slide

Grammatik
timer
10:00

Slide 11 - Slide

timer
15:00
Zusammen
Arbeiten
Wat kan ik doen? 
  • toneelstuk
  • opdrachten Kapitel 4
  • slim stampen
  • ander opdrachten stempelkaart!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Planning


  • toneelstuk voorbereiden (stempel spreken)
  • opdrachten van Kapitel af 4 maken!

Slide 15 - Slide

  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je kent de persoonlijke                                                     voornaamwoorden.
  • Je kunt de werkwoorden                                                               haben en sein in de                                                              tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 16 - Slide

Wat heb je gedaan vandaag?
Wat is het beste gelukt?
Wat had je beter kunnen doen?
Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?

Slide 17 - Open question

Wat heb je gedaan vandaag?
Wat had je beter kunnen doen?

Slide 18 - Open question

Exitticket:
Hoeveel stempels heb je al?
A
1
B
2
C
3
D
meer dan 3

Slide 19 - Quiz

Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Slide 21 - Slide