les 3 Denkers van de verlichting deel 2

Hoe is de opbouw van je schrift:
inlegvel
voorwoord (maak je na de volgende les af)
inleiding (volgt later)
De denkers van de verlichting:
1. Kant (zie vorige les)
2. Descartes
3. Spinoza (uitgebreider voor vwo)
4. Locke
5. Montesquieu
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoe is de opbouw van je schrift:
inlegvel
voorwoord (maak je na de volgende les af)
inleiding (volgt later)
De denkers van de verlichting:
1. Kant (zie vorige les)
2. Descartes
3. Spinoza (uitgebreider voor vwo)
4. Locke
5. Montesquieu

Slide 1 - Slide

even herhalen:

Slide 2 - Slide

Absolutisme


  1. de macht van de koning was absoluut. Hij kon in zijn eentje elke beslissing maken die hij wilde.
  2. zijn koningschap was goddelijk (droit  divine) :  God had hem tot koning uitgeroepen om God's wil uit te voeren

Slide 3 - Slide

Descartes
Cogito ergo sum
De man die twijfelde aan alles

Slide 4 - Slide

Spinoza
Alle mensen zijn gelijk
Niet alleen gelijkheid van godsdienst (Locke) maar ook vrijheid van godsdienst (dus wel of niet geloven)

Slide 5 - Slide

John Locke
aandacht voor: gelijkheid van geloof
belang van opvoeding: kind is een tabula rasa
sociaal contract: koning is niet door God aangewezen, maar regeert op basis van contract met het volk

Slide 6 - Slide

Er is nog een vierde belangrijke filosoof. Aan hem danken we ons staatsrecht en de daarbij behorende bescherming.
Een thema dat zelfs gisteren nog heel actueel was in de Tweede Kamer.

 Montesquieu


Slide 7 - Slide

Montesquieu
  • Verlichtingsfilosoof
  • Bedenker Trias Politica (de driedeling van de macht)
  • Wilde door Trias Politica vrijheid van de burger waarborgen
  • Trias Politica voorkomt machtsmisbruik

Slide 8 - Slide

Trias Politica
(Driemachtenleer)











"Checks and Balances"

Slide 9 - Slide

Scheiding der machten
- parlement --> maakt de wetten (wetgevende macht)
- Koning en de regering --> voeren de wetten uit (uitvoerende macht.
- Rechters --> voor het leven benoemd (onafhankelijk) Rechters kunnen iedereen straffen op basis van de wet en niet op basis van afkomst.

Slide 10 - Slide

In wat voor nieuwe wereld zijn we beland?

Slide 11 - Slide

Vertrouwen in de wetenschap
- Logisch nadenken en het doen van experimenten zorgden tijdens de wetenschappelijke revolutie voor kennis.
- Vertrouwen in het menselijk verstand groeide.
- Er ontstonden ook nieuwe ideeen over geloof en de maatschappij.

Slide 12 - Slide

Een nieuwe samenleving
- Samenleving en de manier waarop die werd geleid kon veel beter (vonden onder andere veel filosofen)
- Onderwijs vonden deze verlichte denkers heel belangrijk (mensen moeten leren denken)
- Tot 1650 is alles traditioneel.
- Na 1650 begint de verlichting.

Slide 13 - Slide

De verlichting (na 1650)
- kritiek op de kerk groeide. (godsdienst is niet wetenschappelijk te onderzoeken)
- Voor religieuze tollerantie omdat het ware geloof niet te onderzoeken is.
- Verlichte denkers vinden de mens vrij en gelijk geboren worden.
- Niemand mag die vrijheid aantasten (kerk koning)
- Volk moet zelf invloed krijgen op het leven (bestuur)

Slide 14 - Slide