What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4Mdgs - 12 feb
4Mdgs - Vrijdag 12 februari
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
4Mdgs - Vrijdag 12 februari
Slide 1 - Slide
Deze les:
Herhalingsquiz
Slide 2 - Slide
Toets H7
Midden-Oosten
Leren:
Paragraaf 7.1 t/m 7.4
Tijdlijn H7, informatieboek blz. 148 en 149
Begrippenlijst, informatieboek blz. 166 en 167
Personen, informatieboek blz. 167
Lessonup
Werkboek Intro H7 opdr. 1 t/m 3
Werkboek §7.1 opdr. 2, 4, 7, 9, 10 en 11
Werkboek §7.2 opdr. 2, 3, 6, 8 en 10
Werkboek §7.3 opdr. 1 t/m 8
Werkboek §7.4 opdr. 2, 3, 5 t/m 12
Donderdag 25 februari
- 3e uur
Vrijdag 26 februari
- 5e uur
Slide 3 - Slide
Sleep de tijdvakken in de juiste volgorde:
20.000 v.C. tot 3000 v.C.
1500 tot 1600
500 tot 1000
1700 tot 1800
1800 - 1900
1600 tot 1700
Regenten en vorsten
Ontdekkers en hervormers
Pruiken en revoluties
Burgers en stoommachines
Jagers en boeren
Monniken en ridders
Slide 4 - Drag question
Hoe heet de overgang van jagers-verzamelaars naar boeren?
A
Landbouwovergang
B
Akkerrevolutie
C
Landbouwrevolutie
D
Akkerovergang
Slide 5 - Quiz
Is dit een afbeelding van vóór of na de landbouwrevolutie?
A
Vóór de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
Slide 6 - Quiz
Bij welke bestuursvorm is er een klein groepje die de macht heeft?
A
Aristocratie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Monarchie
Slide 7 - Quiz
Zeus
Hera
Poseidon
Athene
Aphrodite
Slide 8 - Drag question
Volgens de legende werd Rome gesticht door twee broers. Wie waren dat?
A
Viktor en Rolf
B
Romulus en Remus
C
Asterix en Obelix
D
Romulus en Ceasar
Slide 9 - Quiz
Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een keizerrijk?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.
Slide 10 - Quiz
Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.
Slide 11 - Quiz
Krijgen bescherming van de heer
Het systeem van heren en horigen op een domein
vaak gemaakt van steen
de eigenaar van een domein
de grond en boerderijen van de heer
het domein
het hofstelsel
Het huis van de heer
de heer
horigen
Maak de goede combinaties
Slide 12 - Drag question
Om verschillende redenen was Filips II niet populair in de Nederlanden.
Welke reden hoort er niet bij?
A
Filips II verminderde de politieke invloed van de Nederlandse edelen.
B
Filips II sprak alleen Frans, terwijl de Nederlandse edelen alleen Spaans spraken.
C
Filips II voerde vele oorlogen, waardoor er steeds meer belasting moest worden betaald.
D
Filips II vervolgde de calvinisten heel streng.
Slide 13 - Quiz
Wat vroegen de edelen in het Smeekschrift der edelen?
A
lagere belastingen
B
minder macht voor de stadhouder
C
protestanten minder streng vervolgen
D
minder macht voor Filips II
Slide 14 - Quiz
Wat is een standensamenleving?
A
Een samenleving vol gelijkheid
B
Een samenleving die verdeeld was in drie standen
C
Een samenleving die draaide om het geloof
D
Een samenleving die was verdeeld in twee standen
Slide 15 - Quiz
In welke volgorde volgen de standen?
A
Geestelijkheid-adel-boeren
B
Boeren-adel-geestelijkheid
C
Adel-boeren-geestelijkheid
D
Docenten-adel-leerlingen
Slide 16 - Quiz
Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.
Slide 17 - Drag question
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 18 - Quiz
De groei van het aantal stadsbewoners noemen we:
A
suburbanisatie
B
verdorpeling
C
formele sector
D
verstedelijking
Slide 19 - Quiz
Militarisme
Bondgenoot-schappen
Wapenwedloop
Nationalisme
Slide 20 - Drag question
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten de Centralen en de Geallieerden tegen elkaar.
Welke landen hoorden toen bij welk bondgenootschap?
Sleep de bondgenoten naar de juiste plek.
Geallieerden
Geallieerden
Geallieerden
Centralen
Centralen
Centralen
Slide 21 - Drag question
Wat is een veelvolkerenstaat?
A
Een staat die is opgericht door meerdere volkeren.
B
Een staat waar veel volkeren werken.
C
Een staat waarin meerdere volkeren leven.
D
Een staat waar de koning woont.
Slide 22 - Quiz
Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Antisemitisme
B
Rassenleer
C
Dictatuur
D
Gelijkschakeling
Slide 23 - Quiz
Waar staat de naam D-Day voor?
A
Decision-Day
B
Decisive-Day
C
Difficult-Day
D
Dark-Day
Slide 24 - Quiz
Hoe worden deze veroveringen genoemd?
A
Von Schlieffenplan
B
Blitzkrieg
C
Operatie Market Garden
D
Operatie Barbarossa
Slide 25 - Quiz
De samenleving raakte verdeeld in groepen. Welk begrip past hier het beste bij?
A
Verzuiling
B
Groepering
C
Pacificatie
D
Nationalisme
Slide 26 - Quiz
Wat is een bufferzone?
A
Gebied dat tussen 2 vijanden ligt om een oorlog te voorkomen
B
Een stuk land waar buffels lopen
C
Een soort wapen uit de koude oorlog
D
Het gebied dat de SU veroverde na WOII
Slide 27 - Quiz
Welke drie landen vallen onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie?
A
West-Duitsland, Polen, Hongarije
B
Oost-Duitsland, België en Tsjecho-Slowakije
C
Oost-Duitsland, Polen en Hongarije
D
Oost-Duitsland, West-Duitsland en Polen
Slide 28 - Quiz
Verenigde Naties
De Europese Unie
Sleep de vakjes naar de juiste plaatjes.
Werd opgericht in 1945
Werkt aan vrede en veiligheid
Werd opgericht door zes landen
Is opgericht om oorlog te voorkomen
EGKS
Werd opgericht om samen te werken
Slide 29 - Drag question
Maak de juiste combinaties.
Christendom is de staatsgodsdienst
Veroveren in 1453 Constantinopel
Komt ten val in de 7e eeuw
Veroveren grootste deel van Spanje en Portugal
Het Osmaanse rijk
Het Perzische rijk
Het Arabische rijk
Het Byzantijnse rijk
Slide 30 - Drag question
Welk land past bij het begrip zionisme?
A
India
B
Pakistan
C
Indonesië
D
Israël
Slide 31 - Quiz
Yassar Arafat hoort bij:
A
Israël
B
Egypte
C
Verenigde Staten
D
Palestijnse Autoriteit
Slide 32 - Quiz
More lessons like this
4Mdgs - 5 feb
February 2021
- Lesson with
52 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4Mdgs - 5 feb
February 2021
- Lesson with
33 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4Mdgs - 11 jan
January 2021
- Lesson with
13 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4Mdgs - 8 jan
January 2021
- Lesson with
18 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4Mdgs - 7 jan
January 2021
- Lesson with
24 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Spanning in de Nederlanden
May 2019
- Lesson with
18 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Geschiedenisleraar.nl
Spanning in de Nederlanden
April 2017
- Lesson with
18 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Geschiedenisleraar.nl
Spanning in de Nederlanden
June 2018
- Lesson with
18 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Geschiedenisleraar.nl