NN: Werkwoordspelling H1 en H2, vwo 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom! 

- Ga zitten op je vaste plek (plattegrond)

- Telefoon op stil en in je tas

- Jas uit en tas van tafel 

- Wat heb je nodig? Leesboek (geen device), lesboek Nieuw Nederlands (of laptop), pen en schrift

PLANNING VANDAAG 18-5:

Eerste deel les
Eerste uur:

Lezen in de les

HS 2 opdr. 1 tm 6 (blz.65)

+ spelling ww opdracht 1-5 (blz.66/67)

Tweede uur (13.30 - 14.15 uur):

Verder met HS 2 Spelling opdr. 1 tm 6 (blz.65)

+ spelling ww opdracht 1-5 (blz.66/67)

Dit moet af voor morgen! 

Stil Lezen

Stil lezen: 

DOEL 

- Doel 1: Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.

- Doel 2: je weet hoe je werkwoorden in de verleden tijd spelt. 

werkwoorden spellen

Werkwoordspelling H1

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) 

Wat (gebeuren) hier?

1. gebeurt
2. gebeurd

De relschopper (beloven) dat hij zijn gedrag verbetert.

1. beloofd
2. belooft

Hij (laden) de koffers in de auto.

1. laad
2. laadt

(Vinden) jij dit moeilijk?

1. vind
2. vindt

(houden) je zus ook niet van spruitjes?

1. houd
2. houdt

Werkwoordspelling: PVTT

Werkwoordspelling: PVTT

Werkwoordspelling H2

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt), zwakke werkwoorden

De allerbelangrijkste vraag:  

• is het ww een pv? JA 
  
• verleden tijd
• sterk ww? => klankverandering: ga, ging
• zwak ww? => haal van hele werkwoord -en af (stam)
• laatste letter een medeklinker in  'T KoFSCHiPX'? Dan + -te /-ten. Andere ww: + -de/-den
• klappen => p => ik klapte / verven => v => hij verfde
• raden => d => hij raadde

De theorie van de pvtt begrijp ik goed.

😒🙁😐🙂😃