Quiz voor de herfstvakantie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Tijd voor de herfstvakantiequiz!

Pak je iPad er maar snel bij!

Afspraken tijdens de quiz

1. Gebruik geen hulpmiddelen.
2. Houd de antwoorden voor jezelf.
3. Geef zo snel mogelijk een antwoord. 
4. Vul iedere bij iedere vraag een antwoord in.

Uitleg quiz 

rondes

onderwerpen

vragen

Rondes

1. Algemene kennis
2. Leestekens
3. samenstellingen
4. werkwoorden
5. nieuws 

RONDE 1: algemene kennis

🎉

Hoeveel woorden rijmen er op het woord 12

1. 26
2. 46
3. 16
4. 0

Wat is de meest voorkomende naam van de wereld?

1. Steve
2. Thijs
3. Mohammed
4. Jan

In welk jaar werd de euro ingevoerd in Nederland?

1. 2001
2. 2000
3. 2002
4. 2003

Hoeveel dagen doet de aarde erover om één keer rond de zon te draaien?

1. 365
2. 12
3. 52
4. 4

Welke sport wordt ook wel ''de moeder der sport'' genoemd?

1. Voetbal
2. Hockey
3. Volleybal
4. Atletiek

Vanaf welke leeftijd mag je (legaal) een trekker besturen?

1. 15
2. 16
3. 17
4. 18

Wat betekent ''Hakuna matata'' uit de Lion King?

1. Maak je niet druk
2. Heb geen zorgen
3. Kalmte kenmerkt de zeeman
4. Doe rustig vriend

Volgens het oude spreekwoord leiden meerdere wegen naar

1. Praag
2. Parijs
3. Maaskantje
4. Rome

Welke kleur had Coca Cola oorspronkelijk?

1. Geel
2. Rood
3. Groen
4. Zwart

Hoeveel kegels kan je omgooien met Bowlen?

1. 9
2. 10
3. 5
4. 20

RONDE 2: Leestekens 

🎉

Het Dagblad van het Noorden gebruikte een citaat om een punt duidelijk te maken.

Wat betekent citaat?

1. een letterlijk weergegeven tekst
2. een spreekwoord
3. een feitelijk onderzoek

'Vanmiddag om vier uur gaan we terug', zei hij.

1. citaat
2. geen citaat

Chaima riep: "Kom snel hier!"
Welke uitspraak klopt bij dit citaat:

1. Deze uitspraak begint met het citaat
2. Deze uitspraak eindigt met het citaat

Jan vertelde: ´Ik heb mijn buurman uit het kanaal gered.´

1. dit is een citaat
2. dit is geen citaat
3. de leestekens kloppen niet
4. dit is een uitdrukking

Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.

aanhalingsteken

komma

punt

puntkomma

vraagteken

RONDE 3: Samenstellingen

🎉

Schrijf de samenstelling goed:
aap + trots

Schrijf de samenstelling goed:
krant + jongen

Schrijf de samenstelling goed
zon + bloem

Schrijf de samenstelling goed:
groente + soep

Welke samenstelling is verkeerd geschreven?

1. oorlogschip
2. weidevogel
3. winterpeen
4. maneschijn

RONDE 4: werkwoorden

🎉

Voor het spellen van het voltooid deelwoord kun je 't x-kofschip gebruiken.

1. waar
2. niet waar

De regel van het kofschip is voor

1. spelling van werkwoorden in VT
2. spelling van werkwoorden in TT
3. spelling van zelfstandige naamwoorden
4. spelling van alle woorden

Welke regel wordt gebruikt voor het spellen van het woord in hoofdletters?
"Hij VINDT haar wel leuk."

1. tegenwoordige tijd: ik-vorm +t
2. verleden tijd: ik-vorm +te(n)
3. verleden tijd: ik-vorm +de(n)
4. verleden tijd: voltooid deelwoord op +d

Hij (worden) in de vakantie 16 jaar.

1. word
2. wordt
3. wort
4. worden

Zij is vorige week (verhuizen)

1. Verhuisd
2. verhuist
3. geverhuist
4. geverhuisd

Zij (redden) haar hond uit het water.

1. redde
2. rede
3. reddte
4. redden

RONDE 5: nieuws

🎉

En de winnaar is...