Autotheorie oefenen examen gevarenherkenning

Autotheorie oefenen examen
Gevarenherkenning.
25 vragen waarvan je er 12 fout mag hebben. Bij het CBR krijg je 10sec de tijd om te antwoorden.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Theorie oefenenSpeciaal OnderwijsPraktijkonderwijsLeerroute 7

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Autotheorie oefenen examen
Gevarenherkenning.
25 vragen waarvan je er 12 fout mag hebben. Bij het CBR krijg je 10sec de tijd om te antwoorden.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Mag je parkeren langs een gele onderbroken streep?
A
JA
B
NEE

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent een blauwe streep?
A
Je mag hier niet parkeren
B
Je moet een parkeerschijf gebruiken voor het parkeren

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Je hebt geen haast op de snelweg en wilt graag 60 kilometer per uur rijden. Is dat verstandig?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Je ziet een weg met daarnaast een bord dat spelende kinderen aanduidt (aangeeft). Is het verstandig om hier 50 kilometer per uur te rijden?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat doe je als je met hoge snelheid in een zachte berm terecht komt?
A
Je laat het gast los en stuur pas weer terug de rijbaan op wanneer uw snelheid voldoende is verminderd.
B
Je remt hard en stuurt pas weer terug de rijbaan op wanneer uw snelheid voldoende is verminderd.
C
Je remt hard en begint direct met het sturen richting de rijbaan

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Je hebt de avond ervoor (gisteravond) drugs gebruikt.
Kunnen ze de volgende dag nog zien
bij een controle dat je drugs gebruikt hebt?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions


A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 8 - Quiz

Er is een wegversmalling verderop, jij moet voorrang verlenen, dus remmen. Zie het bord recht van de weg.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 9 - Quiz

Er rijd verderop een geparkeerde auto weg.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 10 - Quiz

Er is niets aan de hand om iets anders te doen. Je rijdt naar een bocht, maar je rijdt ook 80 waar je 100 mag. Dus je kunt de bocht nu rustig nemen.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 11 - Quiz

Er zijn gewoonweg te veel fietsers op een smal weggetje. Dus remmen.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 12 - Quiz

Er loopt een voetganger op de weg. Voor de zekerheid kun je beter even remmen.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 13 - Quiz

Verderop zie je een bocht. Er gebeurd niks voor je, maar voor de zekerheid omdat je niet alles kunt zien moet je even gas loslaten.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 14 - Quiz

Je wilt inhalen, maar in de verte zie je een auto aankomen. Dus je remt om weer achter de auto met aanhanger te komen die 90 rijdt.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 15 - Quiz

Je kunt niet goed zien wat er na de bocht komt, dus gas loslaten. 

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 16 - Quiz

Je rijdt 20km, dat is niet hard. Maar je weet niet wat de voetganger gaat doen. Dus zekere voor het onzekere en gas los. Gas los is je voet boven je rem.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 17 - Quiz

Je rijdt op een smalle weg en 60. Er komt een tegenligger aan. Dus remmen.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 18 - Quiz

Voor je wordt geremd, zij remmen jij remmen. Plus dat de blauwe auto ook wilt invoegen.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 19 - Quiz

Die geparkeerde auto heeft jou waarschijnlijk niet eens gezien. Dus remmen.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 20 - Quiz

Je weet niet zeker wat de auto aan de kant van de weg gaat doen. Dus Gas los.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 21 - Quiz

Je wilt de snelweg op rijden maar ziet een auto aan de kant van de weg. Je weet niet zeker wat daar aan de hand is dus; gas loslaten.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 22 - Quiz

Je ziet een auto met achteruit rijlichten. Voor de zekerheid kun je beter, gas loslaten.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 23 - Quiz

Auto in de verte, fietsers naast je. Best druk en geen zekerheid. Dus gas loslaten.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 24 - Quiz

Je kunt niet voorbij de berg zand kijken en je moet er omheen. Dus remmen.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 25 - Quiz

Kinderen op een fiets.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 26 - Quiz

De zon verblind je, je kunt het niet goed zien en er komt een bocht. Je rijdt 50 dus even remmen.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 27 - Quiz

De stoplichten staan op oranje. Dus remmen.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 28 - Quiz

Je rijdt 30 in een 30km zone. Maar er komt een scherpe bocht aan, dus gas loslaten.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions


A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions


A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 31 - Quiz

Er loopt een voetganger op je af.

A
Remmen
B
Gas loslaten
C
Niets

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions