Zintuigelijke beperking

Zintuigelijke beperking 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Agogiek SpecifiekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Zintuigelijke beperking 

Slide 1 - Slide

lesdoelen
  1. Aan het einde van de les kun je de 5 zintuigen benoemen
  2. Aan het einde van de les  kun je 2 mogelijke oorzaken van een zintuiglijke beperking toelichten 
  3. Aan het einde van de les kun je tips geven voor de begeleiding van cliënten met een zintuiglijke beperking  

Slide 2 - Slide

Noem de vijf zintuigen van een mens?

Slide 3 - Open question

Zintuigelijke beperking
Met een zintuigelijke beperking wordt bedoeld dat bepaalde zintuigen niet of onvoldoende werken.


Slide 4 - Slide

Zintuigelijke beperking
De meest voorkomende zintuigelijke beperkingen zijn auditieve(horen) en visuele(zien).  Er wordt onderscheid gemaakt tussen aangeboren en niet-aangeboren.
Mogelijke oorzaken:
  • Complicatie bij geboorte (aangeboren)
  • Erfelijkheid (aangeboren)
  • Hersenvliesontsteking (niet aangeboren)
  • Virusinfectie (niet aangeboren)
  • Ongeluk (niet aangeboren)

Slide 5 - Slide

Wat weten jullie al over een visuele beperking?

Slide 6 - Mind map

welke problemen komt iemand met een visuele beperking tegen?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Begeleiden van cliënten met een visuele beperking
gebruik van kleur
gebruik van geluid
inrichting ruimte
mobiliteit 
communicatie
structuur


Slide 9 - Slide

Hoe zou jij de begeleiding in de praktijk aanpakken?

Slide 10 - Mind map

Wat wil jij weten over doofheid / slechthorendheid?

Slide 11 - Open question

Slechthorendheid of doofheid betekent dat mensen niet alle geluiden meer kunnen horen of totaal doof zijn
sociale situaties
moeite met taalverwerving
Doordat de taalverwerving langzamer gaat, is er vaak ook een kennisachterstand 
verschil tussen doofheid vanaf geboorte en doofheid op latere leeftijd 
 

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

waar zou jij rekening mee houden in de begeleiding van dove en slechthorende cliënten?

Slide 14 - Mind map

begeleiden van dove en slechthorende cliënten
geef een voorbeeld, hoe zou jij dit aanpakken? 
  • Maak gebruik van zien, voelen om informatie over te dragen
  • Lichaamstaal is een belangrijke bron van informatie
  • Niet van achter benaderen 
  • Bewust een boodschap overbrengen (even snel iets zeggen in het voorbijgaan wordt gemist)
  • Bij doof geboren cliënten is gebarentaal hun eerste taal en is gesproken en geschreven Nederlands de tweede taal. 
  • Doven en slechthorenden kunnen het gesprek beter volgen als je ze goed aankijkt tijdens het praten.
Duidelijk en iets langzamer praten, zonder overdreven te articuleren, is beter.
Schreeuwen helpt niet.
Korte zinnen worden beter begrepen.
Je moet niet over verschillende onderwerpen door elkaar praten. Dit is verwarrend.
Je zult wat vaker iets moeten herhalen omdat wat je zegt niet begrepen is.
Je kunt namen, adressen maar ook getallen beter opschrijven omdat deze moeilijk te raden zijn.
Een dove hoort zelf niet hoe hard of zacht hij praat en het is heel gewoon om hem te vragen iets zachter of harder te praten.
Een dove of slechthorende is sneller moe van de communicatie en stiltes hebben dan ook een functie.
Als je regelmatig met dove cliënten werkt is het zeker aan te raden een cursus gebarentaal te doen

Slide 15 - Slide

DOOFBLIND

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

DRIEDELING 

  • doofblind vanaf de geboorte
Contact leggen en communicatie zijn de eerste grote uitdagingen.
  • doofblind worden op jonge of volwassen leeftijd
Dit is een ingrijpende verandering, die vaak geleidelijk optreedt en grote gevolgen heeft voor zelfstandigheid en participatie.
  • doofblind worden op oudere leeftijd
Dit wordt ook wel ouderdomsdoofblindheid genoemd. Doofblind worden vergt veel aanpassingen en ondersteuning kan nodig zijn om de zelfstandigheid, activiteiten en sociale contacten te behouden.

Slide 18 - Slide

Kun jij een manier bedenken om te communiceren met iemand die doofblind is?

Slide 19 - Mind map

BEGELEIDING
voelen als manier van communicatie

Hou er rekening mee dat elke cliënt anders is, stem je communicatie af op de cliënt. 
Werk met verwijzers, duidelijke voorwerpen die een vaste betekenis hebben.

Slide 20 - Slide

NIET KUNNEN VOELEN
Het fysiek niet kunnen voelen van pijn is een zeldzame ziekte. HSAN (hereditale sensibele en autonome neuropathie) 

  • verschillende gradaties 
  • openbaart zich na de geboorte of in de kindertijd/tienerjaren. 
  • chemotherapie of diabetes.




Slide 21 - Slide

Geef een tip voor het begeleiden van cliënten die niet kunnen voelen

Slide 22 - Open question

BEGELEIDEN VAN CLIËNTEN DIE NIET KUNNEN VOELEN
  • Controleren op fysieke beschadigingen
  • Alert zijn op gevaar of fysiek letsel

Slide 23 - Slide

CLIËNTEN DIE NIET KUNNEN RUIKEN OF PROEVEN
  • De smaakpapillen van de tong en de zenuwen in de neus geven geen of onvoldoende signalen naar de hersenen door doorsturen. 
  • kan aangeboren zijn, maar ouder worden, ziekten en of een ongeluk kan ook invloed hebben op minder goed kunnen ruiken en proeven. Ziektes of een ongeval kunnen ook de oorzaak zijn voor het verlies van geur en smaak.



In de zorg en begeleiding moet je alert zijn dat de cliënt niet wordt blootgesteld aan gevaarlijke situaties. Verder kan het zijn dat de cliënt begeleiding nodig heeft bij het vinden van andere prettige sensaties wanneer lekker eten niet meer aan de orde is.

Slide 24 - Slide

wat zijn de risico's voor mensen die niet kunnen ruiken of proeven?

Slide 25 - Open question

lesdoelen behaald? 
Aan het einde van de les kun je de 5 zintuigen benoemen
Aan het einde van de les kun je 2 mogelijke oorzaken van een zintuiglijke beperking toelichten
Aan het einde van de les kun je tips geven voor de begeleiding van cliënten met een zintuiglijke beperking  

Slide 26 - Slide