2HA bloedsomloop immuunsysteem

De bloedsomloop
3.5 Het immuunsysteem
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De bloedsomloop
3.5 Het immuunsysteem

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
2. Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
3. Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Slide 2 - Slide

Immuunsysteem
Reageert op lichaamsvreemde stoffen, bijvoorbeeld bacteriën en virussen. 
Witte bloedcellen ruimen de lichaamsvreemde stoffen op:
- ze 'eten' ze op
- ze maken antistoffen

Slide 3 - Slide

Opruimen lichaamsvreemde stof

Onschadelijk maken van een bacterie door witte bloedcel.

Slide 4 - Slide

Opruimen lichaamsvreemde stof
Maken van antistoffen.

Deze passen precies op 
de antigenen van de 
indringer. 

Slide 5 - Slide

Soorten immuniteit
Natuurlijke immuniteit  
 - Actief
- Passief
Kunstmatige immuniteit
- Actief
- Passief

Slide 6 - Slide

Natuurlijke passieve immuniteit
Natuurlijk: de besmetting met de ziekteverwekkers komt uit de natuur.
Passief: het immuunsysteem van het kind maakt niet zelf antistoffen aan.

Voorbeeld: Het krijgen van borstvoeding.


Slide 7 - Slide

Natuurlijke actieve immuniteit
Natuurlijk: de besmetting met de ziekteverwekkers komt uit de natuur.
Actief: het immuunsysteem is actief aan het werk om zelf antistoffen te maken.

Voorbeeld: Zelf herstellen van de waterpokken, en daar vervolgens immuun voor zijn.

Slide 8 - Slide

Kunstmatige passieve immuniteit
Kunstmatig: de arts brengt de antistoffen in door middel van een serum (injectie).
Passief: het immuunsysteem maakt niet zelf antistoffen of geheugencellen aan.

Voorbeeld: Injectie na een beet van een giftige slang.

Slide 9 - Slide

Kunstmatige actieve immuniteit
Kunstmatig: de besmetting komt niet vanuit de natuur.
Actief: het immuunsysteem is actief aan het werk om zelf antistoffen te maken.

Voorbeeld: Inenting tegen het coronavirus, waarbij je lichaam antistoffen tegen het virus maakt.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is actieve immuniteit?
A
Je bent gevaccineerd en hebt antistoffen
B
Je hebt antistoffen van je moeder gekregen
C
Je hebt een serum tegen virussen gekregen.

Slide 12 - Quiz

Kunstmatige immuniteit is
A
Het lichaam werkt zelf zonder hulpmiddelen tegen de ziekteverwekker
B
Je krijgt een vaccin toegediend
C
Immuniteit gaat via moeder op kind
D
Geen van alle antwoorden

Slide 13 - Quiz

Het Covid-19 vaccin zorgt voor immuniteit tegen corona. Wat voor soort immuniteit is dat?
A
Actieve immuniteit
B
Passieve immuniteit

Slide 14 - Quiz

Natuurlijke immuniteit..
A
ontstaat doordat je een vaccinatie hebt gekregen
B
ontstaat doordat je bijvoorbeeld een griepprik hebt gekregen
C
immuniteit die ontstaat doordat je de ziekte doormaakt (ziek bent geweest van een ziekte)
D
is een erfelijke ziekte

Slide 15 - Quiz

Aan het werk...
1. Pak je plenda.
2. Schrijf op bij dinsdag 9 april:
            Maken 1 t/m 4 en 6 t/m 10 van 3.5
3. Start met het maken van deze opdrachten.

timer
15:00

Slide 16 - Slide

Toetsweek
Leren 
thema 2 bs 1 t/m 6
thema 3 bs 1 t/m 5

Welk onderdeel moeten we dinsdag herhalen?


Slide 17 - Slide