DMh2a_Herhaling H7_29 september 2021

Welkom!
Herhaling H7


DMh2a
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Herhaling H7


DMh2a

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling H7
  • Quiz
  • Zelfstandig voorbereiden toets 

Slide 2 - Slide

Herhaling H7

Slide 3 - Slide

Er zijn zes verschillende soorten voedingsstoffen:

Koolhydraten
Eiwitten
Vetten
Mineralen
Vitaminen
Water

Slide 4 - Slide

Energierijke stoffen
  • Warm blijven & bewegen
  • Koolhydraten (zetmeel en suikers)
  • Vetten 

Slide 5 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
Hangt af van:

  • Activiteit;
  • Leeftijd;
  • Geslacht.

Slide 6 - Slide

Tandbederf
= ontstaan van gaatjes

Suiker wordt omgezet naar een zuur. Zuur maakt tandglazuur kapot, tandbeen verdwijnt.

Poetsen met tandpasta met fluor(ide) maakt glazuur sterker.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Gezond gewicht
BMI

Body Mass Index


Slide 9 - Slide

Cellen
Celmembraan:
Vlies, zorgt ervoor dat celplasma binnen de cel blijft.

Celkern:
Regelt alles in de cel.

Celplasma:
Cytoplasma. Vloeistof met onderdelen.

Slide 10 - Slide

Cellen

Slide 11 - Slide

Cellen

Slide 12 - Slide

Cellen
Cellen sterven af en moeten vernieuwd worden

Cellen beschadigen

Waterverlies


Slide 13 - Slide

Bouwstoffen
  1. Eiwitten
  2. Water
  3. Vetten
  4. Mineralen

Nodig voor nieuwe cellen.

Cellen vervangen (buitenste laag, botcellen en calcium, bloedcellen). Calcium en fosfor nodig.

Wondje
Lichaam onderhouden


Slide 14 - Slide

Eiwitten
Cellen bestaan voor een groot deel uit eiwitten;

Eiwitten nodig om nieuwe cellen te maken.


Slide 15 - Slide

Water
Cellen & bloed

Zweten & plassen

Aanvullen

1,5 L per dag

Slide 16 - Slide

Vetten
Nodig voor het maken van celmembranen

Slide 17 - Slide

Mineralen
Verschillende mineralen, speciale stoffen, speciale doelen.

Calcium, kalk, botcellen.

IJzer, nieuwe bloedcellen maken.

Slide 18 - Slide

Waar?

Slide 19 - Slide

Vitaminen en mineralen
Niet veel nodig (ADH)

Beschermen tegen ziekten

Lichaam goed laten werken

13 verschillende, allemaal eigen taak

Te weinig? Gebrekziekte.
Eenzijdig eten

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Gebreksziekten
Nachtblindheid

Engelse ziekte

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Eetstoornissen
Anorexia: verslaafd aan afvallen, denken dat ze dikker zijn dan ze echt zijn

Boulimia: vreetbuien, normaal gewicht

Slide 24 - Slide

Eten: één kant op

Slide 25 - Slide

Waar gaat voedsel langs?
Soms minder dan een dag, soms meerdere dagen.

Slide 26 - Slide

Waar gaat voedsel langs?
  1. Mondholte
  2. Slokdarm
  3. Maag
  4. Twaalfvingerige darm
  5. Dunne darm
  6. Dikke darm
  7. Endeldarm
  8. Anus 

Slide 27 - Slide

Peristaltiek
In de wanden van organen zitten spieren. Die trekken samen, voedsel verplaatst.



Slide 28 - Slide

Peristaltiek

Slide 29 - Slide

Verteren
Organen hebben voedingsstoffen nodig

Dus... Vanuit voedsel naar je bloed.

Water, mineralen en vitaminen kunnen zo je bloed in.
Eiwitten, vetten en koolhydraten zijn te groot.

Kleinmaken van voedingsstoffen = vertering.

Slide 30 - Slide

Verteren
Kleinmaken van voedingsstoffen = vertering.

Gebeurt door verteringssappen.

Slide 31 - Slide

Verteren
Gebeurt op vier plekken.

1. Mond: speeksel
2. Maag: maagsap
3. Twaalfvingerige darm: alvleessap en gal
4. Dunne darm: darmsap

In dunne darm is het klaar. Voedingsstoffen naar bloed. 


Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

 Twaalfvingerige darm: alvleessap en gal

Alvleessap komt uit de alvleesklier

Gal wordt door de lever gemaakt, opgeslagen in galblaas.

Gal is géén verteringssap, maar een hulpstof.


Slide 34 - Slide

Wat wordt waar verteerd?

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Darmplooien/vlokken
Groot oppervlak, veel kleine bloedvaatjes. Haarvaatjes.

1. Door darmwand
2. Door wand bloedvaten
3. in het bloed


Slide 37 - Slide

Ontlasting
Waterige pap met onverteerbare stoffen.

Naar dikke darm, water eruit.

Blijft dikke massa over: ontlasting/poep. Komt in endeldarm en daarna anus.



Slide 38 - Slide

Enzymen
Binden, knippen

Gevoelig voor temperatuur

Minimumtemperatuur
Optimumtemperatuur
Maximumtemperatuur

Slide 39 - Slide


Hoeveel kJ is 4 kcal?
A
34,1
B
1,05
C
16,8
D
0,96

Slide 40 - Quiz

Quiz

Slide 41 - Slide

Voorbereiden op de toets
  • Maak de oefentoets van Nectar
  • Klaar? Extra oefenen via Nectar en/of biologiepagina.nl of samenvatting o.i.d. maken. 

Slide 42 - Slide