Schrijfvaardigheid artikel

schrijven - artikel
1 / 30
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

schrijven - artikel

Slide 1 - Slide

"artikel", waar denk je dan aan?

Slide 2 - Mind map

Artikel
- Tekst voor een tijdschrift, een krant of een website.
- Je richt je niet tot één persoon, maar tot een groot publiek.
- In de opdracht staat voor welk publiek je schrijft          taalgebruik
- In de schrijfopdracht staat welke elementen er terug moeten komen in je artikel.

Slide 3 - Slide

Aan welke eisen moet een artikel voldoen?

Slide 4 - Mind map

Eisen
- Passende titel  ( in een paar woorden) 
- Inleiding, middenstuk, slot          witregels tussen de delen
- Minimaal 100 woorden
- Nooit aan 1 persoon, dus geen aanhef. Tip: begin met een tijd- of plaatsaanduiding (bijv. Tijdens de ...)of met de reden waarom je dit artikel schrijft (bijv. Dit artikel schrijf ik...)
- Voor- en achternaam onder artikel, soms ook school/klas/plaats (kijk goed in de opdracht)


Slide 5 - Slide

Opbouw artikel
Titel
Inleiding
Alinea 1 met tussenkopje
Alinea 2 met tussenkopje
Alinea 3 met tussenkopje
Slot

Slide 6 - Slide

Inleiding
De inleiding is het eerste wat mensen lezen van je artikel. 

Vb. Tijdens de les Nederlands op maandag ... bespraken we met de klas ...
  • Het onderwerp  noemen of vertellen waarom je over dit onderwerp schrijft of een voorbeeld geven over het onderwerp of een leuk, kort verhaaltje vertellen over het onderwerp.



Slide 7 - Slide

Middenstuk
Hier behandel je het onderwerp van het artikel. In dit deel van de tekst staan de meeste elementen van de opdracht.

In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp 
gezegd worden.
We noemen dit deelonderwerpen.
Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.


Slide 8 - Slide

Slot
In het slot kun je een keuze maken:
• Samenvatten. “Kortom, …”
• Toekomstverwachting. “Dan denk ik dat we voortaan…”
• Conclusie. “Dus… “
• Advies. “Ik zou zeker … “
 


 In het slot schrijf je een conclusie, een samenvatting of je geeft een advies. Je kunt ook een oproep doen of een vraag beantwoorden.

Slide 9 - Slide

Bekijk het 
filmpje over 
een artikel schrijven
(0:00-3:50)

Slide 10 - Slide

Opbouw van een artikel
  • Plaats boven je artikel een passende titel
  • In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft
  • In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..)
  • In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel
  • Zet je voor- en achternaam onder het artikel
  • Al deze onderdelen zijn losse alinea's!

Slide 11 - Slide

is dit een artikel of een brief?
A
artikel
B
brief

Slide 12 - Quiz

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Een artikel bestaat uit
A
inleiding, middenstuk
B
Slot, titel, middenstuk
C
handtekening, inleiding, middenstuk, slot
D
inleiding, middenstuk ,slot

Slide 14 - Quiz

Als je een artikel schrijft...
A
Heeft iedere alinea een kernzin.
B
Heeft iedere alinea een tussenkopje.
C
Start het artikel altijd met een vraag.
D
Is de titel gelijk aan het onderwerp.

Slide 15 - Quiz

Hoe kun je het artikel beginnen?
A
Lieve kindertjes,
B
Mijn naam is...
C
Geachte leerlingen...
D
Hallo

Slide 16 - Quiz

Hoe kun je het artikel beginnen?
A
Lieve kindertjes,
B
Mijn naam is...
C
Geachte leerlingen...
D
Hallo

Slide 17 - Quiz

Onder een artikel zet je altijd:
A
slotformule
B
je eigen naam (en klas)
C
groetjes,
D
bedankt

Slide 18 - Quiz

Waarom moet je een naam onder het artikel schrijven?
A
Het is een persoonlijke tekst
B
Het is een e-mail
C
Het is een nieuwbericht
D
Het is een brief namens je familie

Slide 19 - Quiz

Zelfstandig aan de slag
Opdracht: Je gaat zelfstandig een artikel schrijven.
   

Stap 1: Je leest de opdracht goed door.
Stap 2: Maak een verdeling: wat zet je in de inleiding, middenstuk en slot?
Stap 3: Begin met schrijven

Let op: Vraag feedback!
Ik wil dat je elk onderdeel (inleiding, kern en slot) met je buurman of buurvrouw bespreekt. Indien nodig pas je je artikel aan.




Slide 20 - Slide

Gluren bij de buren
  1. Klaar met je artikel?  Wissel je artikel uit met een ander.
  2. Kijk het artikel van de  ander na.
  3. Geef het artikel  terug aan de ander.
  4. Bekijk de feedback op je artikel en herschrijf je artikel (indien nodig). 
  5. Laat het artikel aan de docent zien. 

Slide 21 - Slide

Evaluatie
Aan het einde van de les

- weet je hoe je een artikel moet schrijven (herhaling)
- kun je een artikel schrijven

Slide 22 - Slide

Artikel
  • Uit hoeveel alinea's bestaat jouw artikel?
  • Wat is de titel van het artikel
  • Wie is de auteur van jouw artikel 
  • Bevat het artikel tussenkopjes, zo ja welke? 
  • Hoe wordt het artikel afgesloten? 

Schrijf op/markeer deze onderdelen.
Je hebt hier 2 minuten de tijd voor.
Daarna bespreken we het klassikaal.




timer
2:00

Slide 23 - Slide

De opdracht 
Een voorbeeld uit een oud-examen.

  • Hoe pak je deze opdracht aan?
  • Hoe gaan we de punten verdelen?

Slide 24 - Slide

Een artikel schrijven
In een informatief artikel geef je de lezer informatie 
over een bepaald onderwerp

Slide 25 - Slide

In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Zo schrijf je een artikel
Daarnaast kun je:
- de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).
- een voorbeeld geven van het onderwerp.
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp.
- een vraag of vragen stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.

Slide 26 - Slide

In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. 


Zo schrijf je een artikel
Schrijf de belangrijkste informatie 
over het deelonderwerp in de eerste zin. 
Ga op dezelfde regel verder en geef 
in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea 
een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.

Slide 27 - Slide

In het slot kun je:

Zo schrijf je een artikel
- de deelonderwerpen samenvatten.

- vertellen wat er in de toekomst 
waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting). 
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld. 


Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.

Slide 28 - Slide

Maak eerst een schrijfplan voordat je een artikel gaat schrijven

Zo schrijf je een artikel
Verder:
- Zorg je voor een passende titel.
- Schrijf je een artikel van minimaal 100 woorden.
- Gebruik je een logische volgorde.
- Zorg je voor samenhang in de tekst.
- Zorg je voor passend taalgebruik.
- Vermeld je jouw voor- en achternaam (en klas) onder het artikel.

Slide 29 - Slide

Een artikel schrijven
- je kunt een (kort) artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot
  

- je kunt alinea's maken en inhoudelijke verbanden aangeven met signaalwoorden

Slide 30 - Slide