Examen Financieel Management MTL3Av voorbereiding Winst en Verliesrekening

Examen Financieel Management
MTL3Av
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Examen Financieel Management
MTL3Av

Slide 1 - Slide

Winst & Verliesrekening
  • Winst en verliesrekeningen
  • Kan het doel van de winst- en verliesrekening beschrijven.
  • Kan op basis van financiële gegevens een winst en verliesrekening opstellen.
  • Kent de verschillen tussen de begrippen kosten en uitgaven, opbrengsten, inkomsten, winst
  • Kan marges bepalen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Resultatenrekening

Slide 13 - Slide

Een overzicht dat inzicht geeft in de ontvangsten en uitgaven in een bepaalde periode, is een:
A
liquiditeitsbudget
B
exploitatiebudget
C
kostenbudget
D
omzetbudget

Slide 14 - Quiz

Op een resultatenrekening staan
A
de opbrengsten en kosten
B
de ontvangsten en uitgaven
C
de bezittingen
D
het eigen vermogen

Slide 15 - Quiz

Hoe wordt de resultatenrekening ook wel genoemd?
A
Saldibalans
B
Winst- en verliesrekening
C
Winstrekening
D
Exploitatie-overzicht

Slide 16 - Quiz

Het saldo van de resultatenrekening gaat naar:
A
de liquiditeitsrekening
B
het EV op de balans
C
de winstverdeling
D
de aandeelhouders

Slide 17 - Quiz

Welke post komt NIET voor op de resultatenrekening
A
Omzet
B
Afschrijvingskosten
C
Rentekosten
D
Aflossingen

Slide 18 - Quiz

Oefenopgave Resultatenrekening

Slide 19 - Slide

In welk overzicht staat de omzet die je de komende periode wilt behalen?
A
exploitatiebudget
B
investeringsbudget
C
masterbudget
D
omzetbudget

Slide 20 - Quiz

Het omzetbudget en kostenbudget samen noem je het:
A
masterbudget
B
investeringsbudget
C
exploitatiebudget
D
kostenbudget

Slide 21 - Quiz

LEG IN EIGEN WOORDEN WAT EXPLOITATIEREKENING BETEKENT. DOE DIT ZO EENVOUDIG MOGELIJK

Slide 22 - Open question

voorafgaand aan het exploitatiebudget


Voordat je het exploitatiebudget opstelt maak je een omzetbegroting. Aan de hand van deze omzet kun je schatten welke kosten je kunt gaan maken om deze omzet te behalen. 

Slide 23 - Slide

Verbetervoorstellen met het exploitatiebudget

Het exploitatiebudget is een inschatting van toekomstige opbrengsten en kosten. Op basis hiervan kun je ook de voortgang bewaken en waar nodig bijsturen. 
Je wilt bijsturen om een zo hoog mogelijke nettowinst te kunnen bereiken.

Slide 24 - Slide

Inkoop 
Netto inkoopprijs                100%
BTW                          +                9%  +
Inkoopfactuurprijs              109%

                            OF 
Netto inkoopprijs                 100%
BTW                          +               21% +
Inkoopfactuurprijs               121%


'
Inkoopfactuurprijs             109%
BTW                         -                 9% -
Netto inkoopprijs              100%

OF
Inkoopfactuurprijs             121%
BTW -                                         21% -
Netto inkoopprijs                100%
(Bruto inkoopprijs)
(Bruto inkoopprijs)
(Bruto inkoopprijs)

(Bruto inkoopprijs)

Slide 25 - Slide

Verkoop 
Netto Verkoopprijs               100%
BTW                                         9%  +
Consumentenprijs              109%

                            OF 
Netto verkoopprijs               100%
BTW                          +               21% +
Consumentenprijs               121%



Consumentenprijs             109%
BTW                         -                 9% -
Netto verkoopprijs              100%

OF
Consumentenprijs             121%
BTW                          -                21% -
Netto Verkoopprijs               100%
(Bruto verkoopprijs)
(Bruto verkoopprijs)
(Bruto verkoopprijs)
(Bruto verkoopprijs)

Slide 26 - Slide

BTW en IWO/OMZET

Btw
  • In een exploitatiebegroting wordt altijd exclusief btw gerekent.
  • De bij de inkopen aan de leverancier betaalde BTW kan teruggevraagd worden.
  • De bij de verkopen ontvangen BTW moet aan de belastingdienst betaald worden
  • Daarom maken we bij de berekeningen gebruik van de netto-inkoopprijs en netto verkoopprijs


Slide 27 - Slide

Berekening; af te dragen btw
Te betalen btw
Te vorderen btw        -
Af te dragen btw

Slide 28 - Slide

Wat is het verschil tussen de bruto-omzet en netto-omzet?

Slide 29 - Open question

Resultaat berekenen
Omzet (ex btw)
Inkoopwaarde (ex btw)  -
Bruto Winst
Bedrijfskosten  -
Netto Winst

Slide 30 - Slide

Wat is de bruto omzet van de onderneming in het voorbeeld?
Een onderneming heeft een afzet van 800 stuks, netto verkoopprijs € 5,- per stuk en 9% BTW.
A
5,45
B
872
C
4.360
D
4.000

Slide 31 - Quiz

Als je gegevens van een bedrijf moet berekenen, doe je dit dat met of zonder btw?
Met btw
Zonder btw

Slide 32 - Poll