COTP W1 : Herhaling : de historische periodes


HISTORISCH PERIODES
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisSecundair onderwijs

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


HISTORISCH PERIODES

Slide 1 - Slide

Startopdracht : historische periodes
Neem klaar :
  • pen
  • kladpapier

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De historische periodes





  • Welke historische periodes ken je nog? (tip : het zijn er 7)
  • Schrijf ze op je blad
timer
1:30

Slide 4 - Slide

De historische periodes





  • Geef van elke periode 1 kenmerk.
timer
1:30

Slide 5 - Slide

De historische periodes






Overleg je antwoorden met je buur en vul aan.
timer
2:00

Slide 6 - Slide

De historische periodes





  • Welke 7 historische periodes zijn er?
  • Geef van elke periode 1 kenmerk.

Slide 7 - Slide

Succescriteria
  • Ik herken de 7 historische periodes waarin onze geschiedenis is opgedeeld.
  • Ik noem van elk van de historische periodes enkele kenmerken.
  • Ik plaats gebeurtenissen in de juiste historische periode.
  • Ik leg het begrip tijd en ruimte uit.

Slide 8 - Slide

Tijd
Wanneer iets gebeurt / gebeurde.

We verdelen de Europese geschiedenis in 7 tijdvakken

Slide 9 - Slide

Westerse jaartelling
  • Begint bij de geboorte van Christus (jaar 1 na Christus) (N.C.)
  • De jaren voor zijn geboorte zijn voor Christus (V.C.)

Slide 10 - Slide

Islamitische jaartelling
  • Begint bij de Hijra (de vlucht van profeet Mohammed van Mekka naar Medina) in het jaar 622 na Christus.
  • De profeet Mohammed (± 570-632) : belangrijke figuur bij de islam


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zet de historische periodes in de juiste volgorde.
prehistorie
Oude nabije oosten
klassieke oudheid
middeleeuwen
vroeg-moderne tijd
moderne tijd
heden-daagse tijd

Slide 13 - Drag question

Ruimte
De plaats waar iets gebeurt / gebeurde.
Waar?

Slide 14 - Slide

Griekenland is een voorbeeld
van een ... ruimte.
A
lokale
B
regionale
C
nationale
D
mondiale

Slide 15 - Quiz

Chronologisch rangschikken
Gebeurtenissen ordenen in de volgorde waarin ze gebeurden:

= de langst geleden gebeurtenis eerst, de meest recente gebeurtenis laatst.

Slide 16 - Slide

2002 : invoering van de euro
1945 : einde WO II
3500 VC : uitvinding schrift
1 : geboorte van Christus
622: de vlucht van profeet Mohammed van Mekka naar Medina

Slide 17 - Drag question

Uit hoeveel tijdvakken bestaat onze tijdlijn?
A
6
B
8
C
7
D
5

Slide 18 - Quiz

Welk tijdvak wordt hier afgebeeld?
A
Prehistorie
B
Oude Nabije Oosten
C
Klassieke Oudheid
D
Middeleeuwen

Slide 19 - Quiz

Welk tijdvak wordt hier afgebeeld?
A
Vroegmoderne Tijd
B
Moderne Tijd
C
Hedendaagse Tijd

Slide 20 - Quiz

Welk tijdvak wordt hier afgebeeld?
A
Klassieke Oudheid
B
Middeleeuwen
C
Vroegmoderne Tijd
D
Moderne Tijd

Slide 21 - Quiz

Welk tijdvak wordt hier afgebeeld?
A
Oude Nabije Oosten
B
Klassieke Oudheid
C
Middeleeuwen
D
Vroegmoderne Tijd

Slide 22 - Quiz

Welk tijdvak wordt hier afgebeeld?
A
Prehistorie
B
Oude Nabije Oosten
C
Klassieke Oudheid
D
Middeleeuwen

Slide 23 - Quiz

Welk tijdvak wordt hier afgebeeld?
A
Prehistorie
B
Oude Nabije Oosten
C
Klassieke Oudheid
D
Middeleeuwen

Slide 24 - Quiz

Welk tijdvak wordt hier afgebeeld?
A
Middeleeuwen
B
Vroegmoderne Tijd
C
Moderne Tijd
D
Hedendaagse Tijd

Slide 25 - Quiz

In welke eeuw valt het jaar 1989?
A
19de
B
18de
C
20ste
D
89ste

Slide 26 - Quiz

In welke eeuw leven we nu?
A
20ste eeuw
B
21ste eeuw
C
22ste eeuw
D
1ste eeuw

Slide 27 - Quiz

Bepaal de historische periode

Slide 28 - Open question

Bepaal de historische periode

Slide 29 - Open question

Bepaal de historische periode

Slide 30 - Open question

Bepaal de historische periode

Slide 31 - Open question