OB // astigmatisme // les 5 // samengesteld myoop en verstrooiingsfiguur

1 / 18
next
Slide 1: Slide
OptiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vorige lessen
  • Wat is astigmatisme?
  • Uitwendig astigmatisme
  • Inwendig astigmatisme
  • Astigmatisme volgens de regel
  • Astigmatisme tegen de tegel
  • Graad van astigmatisme
  • 5 soorten astigmatisme 

Slide 2 - Slide

Deze week
Week 3
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- uitleggen wat samengesteld myoop          astigmatisme is.
- berekenen hoever de brandlijnen van      het netvlies afliggen.
- het begrip verstrooiingsfiguur uitleggen.
- het verstrooiingsfiguur berekenen.
Theorieboek
Bladzijde 11 tot en met 16
Huiswerkopdrachten
Opdrachten 19 tot en met 25

Slide 3 - Slide

Samengesteld myoop astigmatisme
Het brekend stelsel is zowel in de horizontale as als de verticale as te sterk is voor de lengte van het oog.
  • het oog is in beide hoofdrichtingen myoop.

Slide 4 - Slide

Samengesteld myoop astigmatisme
Beide brandlijnen komen voor het netvlies te liggen.

Beide hoofdrichtingen >60dpt = beide hoofdrichtingen myoop.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Er valt een evenwijdige bundel op het volgende oog:

L = 0 dpt
F90 = +64 dpt
F180 = +62 dpt
De optische ooglengte = 22,5 mm 

a. Hoeveel mm ligt l'90 achter het hoofdvlak (H)?
b. Hoeveel mm ligt l'180 achter het hoofdvlak?

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
L = 0 dpt
F90 = +64 dpt
F180 = +62 dpt
De optische ooglengte = 22,5 mm 

a.
L + F = L'
0 + 64 = 64       L' = +64

l'90 = 1 / L'90 = 1 / 64 = 0,0156 m = +15,63 mm
l'o90 = 15,63 x 1,35 = 21,09 mm  achter het hoofdvlak 

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
L = 0 dpt
F90 = +64 dpt
F180 = +62 dpt
De optische ooglengte = 22,5 mm 

b.
L + F = L'
0 + 62 = 62       L' = +62

l'180 = 1 / L'180 = 1 / 62 = 0,1613 m = +16,13 mm
l'o180 = 16,13 x 1,35 = 21,77 mm  achter het hoofdvlak 

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
L = 0 dpt
F90 = +64 dpt
F180 = +62 dpt
De optische ooglengte = 22,5 mm 



l'o90 = 15,63 x 1,35 = 21,09 mm achter het hoofdvlak 
            22,50 - 21,09 = 1,41 mm voor het netvlies
l'o180 = 16,13 x 1,35 = 21,77 mm achter het hoofdvlak 
            22,50 - 21,77 = 0,73 mm voor het netvlies

Slide 9 - Slide

Verstrooiingsfiguur
Kijk naar de afbeelding;

Op het netvlies ontstaat geen puntvormige afbeelding.
Op het netvlies bevindt zich een verstrooiingsfiguur.


De vorm van het verstrooiingsfiguur is een elips

Slide 10 - Slide

Verstrooiingsfiguur
De lange as is verticaal (90 graden), omdat de verticale brandlijn dichter bij het netvlies ligt dan de horizontale brandlijn.

Voorwerpen in de verte worden niet scherp waargenomen, maar er is wel een verschil in scherpte waarmee horizontale en verticale delen van het voorwerp worden gezien.

Slide 11 - Slide

Grootte van het verstrooiingsfiguur
In de afbeelding zie je een astigmatische beeldbundel in het oog.

De beeldbundel in de buurt van het netvlies is moeilijk te zien. Bij figuur b zie je hiervan een gedeelte vergroot.

Je ziet dat er op het netvlies een verstrooiingsfiguur komt die de vorm heeft van een elips

Slide 12 - Slide

Grootte van het verstrooiingsfiguur
De grootte van het verstrooiingsfiguur kan je uitrekenen.

Vuistregel 1:
Per dpt ametropie is het verstrooiingsfiguur 0,1 mm in doorsnede, als de pupil 5,7 mm is.

Formule:

Grootteverstrooiingsfiguur=ametropie0,1

Slide 13 - Slide

Grootte van het verstrooiingsfiguur
Voorbeeld:


90 graden (lengte) = +64 dpt
4 x 0,1 = 0,4 mm

180 graden (breedte) = +62 dpt
2 x 0,1 = 0,2 mm
Grootteverstrooiingsfiguur=ametropie0,1

Slide 14 - Slide

Grootte van het verstrooiingsfiguur
Wanneer dit oog naar het woord
A S T I G M A T I S M E
kijkt dat in de verte staat, ziet dit oog het woord als volgt:


Slide 15 - Slide

Grootte van het verstrooiingsfiguur
Wanneer dit oog naar een assenkruis kijkt dat zich in de verte bevindt, neem het oog het voorwerp waar zoals in deze afbeelding:






Alle punten uit het assenkruis worden elipsen met de lange as verticaal.

Slide 16 - Slide

Grootte van het verstrooiingsfiguur
De grootte van het verstrooiingsfiguur wanneer de pupildiameter niet 5,7 mm is.

Helaas heb je te maken met pupillen die steeds veranderen van diameter; hoe meer licht, hoe kleiner de pupil.
Hierdoor verandert ook het verstrooiingsfiguur.


grootteverstrooiingsfiguur=(5,7pupilgrootte)ametropie0,1

Slide 17 - Slide

Deze week
Week 3
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- uitleggen wat samengesteld myoop          astigmatisme is.
- berekenen hoever de brandlijnen van      het netvlies afliggen.
- het begrip verstrooiingsfiguur uitleggen.
- het verstrooiingsfiguur berekenen.
Theorieboek
Bladzijde 11 tot en met 16
Huiswerkopdrachten
Opdrachten 19 tot en met 25

Slide 18 - Slide