In de elfde eeuw veroverde een Islamitische stam, de Seldsjoeken, het Midden-Oosten en Jeruzalem. De christenen durfden niet meer naar Jeruzalem te gaan om de heilig grafkerk te bezoeken. Het oude Oost-Romeinse rijk, nu het Byzantijnse rijk geheten, voelde zich bedreigd door de Seldsjoeken.