Project grammatica spelling en formuleren les 6

Project grammatica spelling en formuleren

Werkwoordspelling
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Project grammatica spelling en formuleren

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Deze les
- Lesdoel 
- Terugblik/voorkennis
- Uitleg
- Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lesdoel
  • Je weet wat de gebiedende wijs is en wanneer je deze vorm gebruikt.
  • Je kunt de gebiedende wijs correct gebruiken.
  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden correct spelt.
  • Je kunt Engelse werkwoorden correct spellen.
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spelt.
  • Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd correct spelt.
  • Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen.
  • Je weet hoe je het voltooid deelwoord correct spelt.
  • Je kunt het voltooid deelwoord correct spellen.


Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je een koppelteken?

Slide 4 - Open question

Hoe spel je het volgende woord?
A
autoindustrie
B
auto industrie
C
auto-industrie
D
autoïndustrie

Slide 5 - Quiz

Hoe spel je het volgende woord?
A
juffertje in het groen
B
juffertjeinhetgroen
C
juffertje-in-het-groen
D
Juffertje-in-het groen

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm/zijn de persoonsvormen?
Ik denk dat ik morgen niet naar school ga.

Slide 7 - Open question

Wat is de eerste stap bij een werkwoordspellingsprobleem?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Staat de volgende zin in het enkelvoud of in het meervoud? Waarom denk je dat?
Beste mensen, houd moed in deze donkere dagen.

Slide 10 - Open question

Gebiedende wijs
Hou op!
Ga weg!

Slide 11 - Slide

Hij ... (skaten) gisteren naar school toe.

Slide 12 - Open question

Engelse werkwoorden
Nederlandse regels:
ik Netflix, jij Netflixt, wij Netflixen.

maar let op de uitspraak.

niet ik rac, maar ik race.

Niet hij racte, maar hij racete. 

Slide 13 - Slide

Mijn tekst was helemaal fout, dus ik heb het ... (deleten)

Slide 14 - Open question

Ik wist niet in welk lokaal ik moest zijn, dus ik heb mijn docent ... (mailen).

Slide 15 - Open question

Mijn broer ... (coachen) mij door deze toetsweek heen.

Slide 16 - Open question

Aan de slag
- Ga weer in de groepjes zitten.
- Lees goed in het boekje wat je moet doen.
- Ik loop rond -> eerst zelf goed lezen (ook de theorieblokjes).

Maak les 6 in je schrift.

Slide 17 - Slide

Lesdoel
  • Je weet wat de gebiedende wijs is en wanneer je deze vorm gebruikt.
  • Je kunt de gebiedende wijs correct gebruiken.
  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden correct spelt.
  • Je kunt Engelse werkwoorden correct spellen.
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spelt.
  • Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd correct spelt.
  • Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen.
  • Je weet hoe je het voltooid deelwoord correct spelt.
  • Je kunt het voltooid deelwoord correct spellen.


Slide 18 - Slide

controlevragen
  • Wat is een kenmerk van de gebiedende wijs?
  • Welke spelwijze houd je aan bij het gebruik van Engelse werkwoorden?
  • Bij welke werkwoordsvorm is -d of -dt een probleem?
  • Wanneer gebruik je nooit -dt?
  • Wat is het verband tussen de vorige les en deze les?



Slide 19 - Slide