Week 47 - MH1 - Les 3 zinsdelen hh

Zinsdelen
Zinsontleding: zinsdelen benoemen.

Na de les kun je:
  zinsdelen in een zin aanwijzen.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zinsdelen
Zinsontleding: zinsdelen benoemen.

Na de les kun je:
  zinsdelen in een zin aanwijzen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voorlezen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag:
Laatste check zinsdelen, persoonsvorm en onderwerp



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de persoonsvorm?

Slide 4 - Open question

Voorkennis activeren. Kort de antwoorden en belangrijkste punten bespreken.
Wat weet je al over het werkwoordelijk gezegde?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat weet je al over het onderwerp?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Werkwoordelijk gezegde
  • Doe-zinnen
  • Persoonsvorm + andere ww
  • Splitsbare werkwoorden: 
Hij ruimt de kamer op. (opruimen)
Zij valt de taart aan. (aanvallen)
  • 'Te' en 'aan het' horend bij het ww: 
aan het zoeken, uit te lachen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zinsdelen
Stemmen maar...

Slide 8 - Slide

Leerlingen hoeven het goede antwoord nog niet te weten. Het is vooral bedoelt om nieuwsgierigheid op te wekken.
Welke zin bestaat uit meer zinsdelen?
A
Bo slaat me hard
B
De zus van Bo slaat nog veel harder

Slide 9 - Quiz

Vraag leerlingen om uitleg, waarom hebben ze voor A of B gekozen?
Het is een 'instinker' en ik verwacht dat er leerlingen zijn die dat wel inzien.

Zeggen: let goed op, want dan snap je aan het eind van de les waarom de korte zin meer zinsdelen heeft dan de lange zin én kun je van beide zinnen vertellen uit hoeveel zinsdelen het bestaat.
Wat zijn zinsdelen?
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • De woorden in een zinsdeel kunnen niet uit elkaar gehaald worden.
  • Zinsdelen hebben een betekenis (een functie) binnen een zin.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm.

Probeer maar:
De dokter heeft aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 11 - Slide

Wijs iemand aan
Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm.

Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zoek de zinsdelen

Stap 2: zoek de rest van het werkwoordelijk gezegde.


Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zoek de zinsdelen

Stap 2: zoek de rest van het werkwoordelijk gezegde.


Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Oefening
Stap 3: welke woorden kunnen voor de persoonsvorm staan? Verander de volgorde van de zin.

De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven

Slide 15 - Slide

Na deze slide zijn twee routes mogelijk:

1. naar het online schoolbord (link in volgende dia), en hier meeschrijven met de antwoorden van de leerlingen.

2. De leerlingen laten vertellen en met de dia's 14-16 nog eens kort uitleggen en illustreren hoe het werkt.
Oefening
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven

...... | heeft | .................................| gegeven.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefening

De dokter | heeft| aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven
Aan de patiënt | heeft | de dokter een pijnlijke prik | gegeven
Een pijnlijke prik | heeft | de dokter aan de patiënt | gegeven

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oefening

De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven
Aan de patiënt | heeft | de dokter een pijnlijke prik | gegeven
Een pijnlijke prik | heeft | de dokter aan de patiënt | gegeven

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oefening

De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zoek de zinsdelen
  • Stap 1: zoek de persoonsvorm.

  • Stap 2: zoek de rest van het werkwoordelijk gezegde. Het volledige wwg is één zinsdeel

  • Stap 3: verander de volgorde binnen de zin. Alles dat voor de persoonsvorm staat of kan staan, is een zinsdeel.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen
Uit welke zinsdelen bestaan deze zinnen?


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De baby slaapt zacht

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

In de middag probeerde hij te leren

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

De harige spin weefde het mooiste web

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Op het terras valt de plant opeens om

Slide 25 - Open question

Moeilijk, want een splitsbaar werkwoord en een dubbelzinnige zin. 
Samenvattend
Zinsdelen zijn woorden in een zin die bij elkaar horen

Drie stappen: zoek de persoonsvorm, zoek de rest van het wg, probeer welke (groepjes) woorden vóór de persoonsvorm kunnen staan.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?
Bo slaat me hard

De zus van Bo slaat nog veel harder

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?
Bo | slaat | me | hard

De zus van Bo slaat nog veel harder

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?
Bo | kan | hard | slaan

De zus van Bo | slaat | nog veel harder

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Check: ik kan nu zelf zinnen in zinsdelen verdelen
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

Morgen
Leesles! Neem je leesboek mee.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions