donderdag 1 februari

donderdag 1 februari
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

donderdag 1 februari

Slide 1 - Slide

Woorden
Thema 10:  Regels en Straf

Slide 2 - Slide

verdienen (ww)
  • Iets wat je krijgt als je er hard voor werkt.
  • je krijgt geld of een cadeau 
  • werkwoord: ik verdien, jij verdient, wij verdienen
  • Zin: Deze maand verdien ik € 60,00. Ik breng kranten rond.
  • Zin: De baas van het restaurant verdient veel geld.
49

Slide 3 - Slide

vragen (ww)
  • je weet het niet 
  • je zegt wat je wilt weten
  • je wilt een antwoord
  • Werkwoord: ik vraag - wij vragen
  • Zin: De docent vraagt aan de leerling het antwoord.
50

Slide 4 - Slide

de weg
  • de straat
  • een plek  waar autos en fietsen rijden
  • naar een andere plaats toe gaan
  • Zin: Om op school te komen moet ik de weg oversteken.
51

Slide 5 - Slide

de winkel
  • een gebouw waarin je dingen kunt kopen
  • de supermarkt - de kledingwinkel - de boekenwinkel
  • Zin: Ik werk in mijn vrije tijd in een winkel.
52

Slide 6 - Slide

zitten (ww)
  • Met je billen ergens op rusten
  • Werkwoord: ik zit  - hij zit - wij zitten
  • Zin: Ik zit op een stoel.
  • Zin: Tijdens de sportles moeten we op de grond zitten.
53

Slide 7 - Slide

Welke zin is goed?
49
A
Ik verdien 20 euro per uur.
B
Hij verdienen weinig geld.
C
Wij verdient allemaal 1 euro voor het opruimen.
D
Mijn zoon verdien genoeg geld bij de winkel.

Slide 8 - Quiz

Maak een zin met het woord
'vragen'
50

Slide 9 - Open question

Weet jij .... ......... van school naar het station?
51

Slide 10 - Open question

52
Welke 3 horen bij elkaar?
winkel
huis

Slide 11 - Drag question

De jongen ....... al de hele tijd op de stoel.
53

Slide 12 - Open question