22-9

Stamboom / family tree
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Stamboom / family tree

Slide 1 - Slide

Tuesday's lesson
  1. Listening exercise (ging supergoed!)
  2. Oefeningen nagekeken in het boek 

Slide 2 - Slide

Today's skill: speaking & writing
  1. Uitleg present simple / tegenwoordige tijd (pen + papier!)
  2.  Oefening maken met de present simple (to be = zijn + to have = hebben)
  3. My family tree (stamboom) inleveren
  4. Spreekopdracht (in tweetallen)

Slide 3 - Slide

Present simple = tegenwoordige tijd
  • Wat is nu de tegenwoordige tijd? In het Nederlands zeggen we Ik loop, hij loopt, jij loopt, wij lopen, zij lopen etc. 
  • In het Engels gebruiken we de present simple om te praten over gewoontes, feitjes en dingen die elke keer terugkomen
  • Bijvoorbeeld: I eat an apple on Monday

Slide 4 - Slide

Waar beginnen we mee als we het over de Present simple gaan hebben?
  1. Met de werkwoorden ZIJN en HEBBEN 
  2. In het Engels zeggen we "TO BE" en "TO HAVE"
  3. Laten we beginnen met het vervoegen van deze twee rijtjes in je boek. Tip: koop een schrift voor Engels : )

Slide 5 - Slide

Rijtje TO BE (= ZIJN)
  1. I AM = ik ben
  2. YOU ARE =  jij bent
  3. HE/SHE/IT IS = hij/zij het is
  4. THEY ARE= zij (meervoud) zijn
  5. WE ARE = wij zijn

Slide 6 - Slide

Rijtje TO HAVE = (hebben)
  1. I HAVE = ik heb
  2. YOU HAVE = jij hebt
  3. HE/SHE/IT HAS = hij/zij/het heeft
  4. THEY HAVE = zij hebben
  5. WE HAVE = wij hebben 

Slide 7 - Slide

Your turn
  1. Vul een vorm van het werkwoord van TO BE of TO HAVE in op het blad. 
  2. Let op: kijk of het meervoud is en of het om een dier of mens gaat. Bij een dier gebruik je 99,9% van de tijd IT
  3. Schrijf nu een soortgelijk verhaaltje over jezelf
  4. Vertel dat verhaaltje over jezelf aan je buurman/buurvrouw 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

That's all folks

Slide 10 - Slide