Die Deutschlandquiz 2GT

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Introductie 
2. Waarom Duits? 
3. Quiz
4. Start in boek

Slide 2 - Slide

Mevrouw Soomers

Slide 3 - Slide

Voorstelrondje
Hallo
Ich bin ... (naam).
Ich wohne in ... (woonplaats).
Ich bin ... (zwölf/dreizehn/vierzehn/fünfzehn) (leeftijd).  


De plattegrond wordt gemaakt!

Slide 4 - Slide

Afspraken
1. Je luistert naar de docent. 
2. Je vraagt goedkeuring de docent om op te staan / praten.
3. Je behandelt anderen / andermans spullen met respect.

Slide 5 - Slide

Log in bij Lesson-up:
1
2

Slide 6 - Slide

Waarvoor is het zinvol om de Duitse taal te beheersen?

Slide 7 - Open question

Die Deutschlandquiz

Slide 8 - Slide

Hoe ziet de vlag van Duitsland eruit?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Hoe hard mag je in Duitsland rijden als er geen snelheidsborden langs de weg staan?
A
100km/u
B
80 km/u
C
130 km/u
D
zo hard als je wil

Slide 10 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Duitsland?

Slide 11 - Open question

Hoe heet de hoogste Duitse voetbalcompetitie?

Slide 12 - Open question

Wat is een Duitse traditie?
A
Met Pasen komt de paashaas op bezoek.
B
Met kerst krijg je altijd sokken.
C
Geliefden geven elkaar op 1 mei een meihart.
D
Op 9 november wordt de Berlijnse muur met 1 steen opgebouwd.

Slide 13 - Quiz

Waar staat deze kerk?
A
Aachen
B
Köln
C
Stuttgart
D
Berlin

Slide 14 - Quiz

Welk bekend Duits snoepmerk werd bedacht door meneer Hans Riegel uit Bonn?

Slide 15 - Open question

Stelling: Duits is de meest gesproken moedertaal van Europa.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Wat is het Duitse woord voor
autosnelweg?
A
Autoweg
B
Autobahn
C
Autoschnellweg
D
Autostraße

Slide 17 - Quiz

Wat is het geboorteland van deze genie?
A
Nederland
B
Spanje
C
Duitsland
D
Amerika

Slide 18 - Quiz

Blz. 40 in je boek
We oefenen de uitspraak van de woorden van woordenlijst A

Slide 19 - Slide

Hausaufgaben:
Schrijf woordenlijst A op blz. 40 twee keer over.
Let op lidwoorden en hoofdletters!

Slide 20 - Slide