Word order & sentences

Word order & sentences
  • Word order
  • Write sentences 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Word order & sentences
  • Word order
  • Write sentences 

Slide 1 - Slide

Word order
Wie - doet - wat - waar - wanneer
I listen to music in my room every night.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Zelf zinnen maken
Vertaal de woorden eerst letterlijk vanuit het Nederlands.
Probeer daarna te kijken: klopt de woordvolgorde?
Zo ja; prachtig! Opschrijven.
Zo nee; denk aan wie - doet - wat - waar - wanneer. 


Slide 4 - Slide

Bijvoorbeeld
Ik vind gamen leuk = I find gaming fun.
Denk dan: klopt dit? Kan dit makkelijker? JA!
Leuk vinden = like.
Dan kan het worden: I like gaming. 

Slide 5 - Slide

Nog een...
Ik zou Scream aanraden - I would Scream recommend.
Klopt dit? 
Nee. Denk aan de woordvolgorde.
Wie - doet - wat: I (wie) would recommend (doet) Scream (wat).

Slide 6 - Slide

Vertaal de zin:
Hij houdt van muziek.

Slide 7 - Open question

Vertaal de zin:
Ze hebben de wedstijd gewonnen.

Slide 8 - Open question

Vertaal de zin:
Wij gaan vanavond een film kijken.

Slide 9 - Open question

Vertaal de zin:
Ik vier mijn verjaardag.

Slide 10 - Open question