07a Wegen van overgave - islam - les 7a

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 4: de islam wereldwijd

bron foto

In het museum staan ook islamitische voorwerpen. De islam is na het jodendom en het christendom het jongste monotheïstische geloof. Monotheïstisch betekent geloof in één God. Deze drie godsdiensten zijn aan elkaar verwant, omdat ze de persoon Abraham als aartsvader erkennen. Islamitische mensen noemen zichzelf moslims. Een moslim is iemand die gelooft dat God of ‘Allah’ de enige god is en dat de profeet Mohammed (1400 jaar geleden) de boodschappen van Allah aan de mensen heeft doorgegeven. Er leven op de hele wereld meer dan een miljard moslims. 

Huiswerk

Het huiswerk voor de vorige én deze les is het volgende:

- lezen pagina's 42 tot en met 49

- maken de opdracht 6 van hoofdstuk 3 en opdracht 1 van hoofdstuk 4 van het werkboek 

Toetsstof voor de toets van 20 november 2020

Hoofdstukken 1 t/m 4.

- Hoofdstuk 1. Blz. 5, 6, 9, 12, 13, 15, 16, 17

- Hoofdstuk 2. Blz. 19, 20, 21, 22, 23, 24,         25, 26, 27, 29 en 31

- Hoofdstuk 3. Blz. 37, 38, 39, 40, 42, 43,     44

- Hoofdstuk 4. Blz. 45, 46, 47, 48, 49, 50,     51, 56, 57, 58, 59.

Huiswerk

Het huiswerk volgende week 

- lezen pagina's 50 tot en met 59

- maken de opdracht  2, 5, 6, 7 en 8 van hoofdstuk 4 van het werkboek 

Lesdoelen

• Je begrijpt de ontstaansgeschiedenis van de koran;
  
• Je kunt een aantal vijftal thema's uit de koran noemen;
• Je kunt uitleggen hoe de islam explosief is gegroeid na de dood van mohammed
  
• Je kunt de hoofdstromingen binnen de islam uitleggen t.w. soennieten, sji'ieten, alevieten etc. 

Soennieten versus Sji'ieten

Soennieten

90% 

Soenna (traditie) speelt belangrijke rol. Mohammed is een rolmodel

Gekozen bestuur

Imam is geestelijk leider (van moskee)

Alle delen van de wereld

Sjiieten 

10%

De wettige opvolger van de profeet moet familie zijn van Mohammed

Imam (ayatolla) is zowel geestelijk als opolitiek leider

Iran, Irak en Pakistan

Noem twee verschillen tussen de Soennieten en de Sjiieten

De twee hoofdstromingen in de islam zijn

1. Soennieten en sjiieten
2. Soennieten en wahabieten
3. Sjiieten en wahabieten
4. Soennieten en Jebusieten

De kalief(en) volgens de Soennieten zijn/is

1. Abu Bakr
2. Omar
3. Othman
4. Ali

De meeste moslims die nu in Europa zijn, zijn........

1. Sjiieten
2. Alawieten
3. Soennieten
4. Druzen

Soennieten en sjieten

Soennieten: 

1. Meeste bekwame man volgt Mohammed op. 
2. Het woord van de Profeet is leidend. 
3. Mohammed is de enige leider. 

De eerste kruistocht

De kruisvaarders profiteerden van de onderlinge verdeeldheid tussen de moslims 

Alevieten

• Vrijzinnige moslims.
  
• Religie is niet belangrijk.
  
• Hebben geen moskee.
  
• Lezen niet de koran.
  
• Houden zich niet aan de 5 zuilen.

Tot welke stroming behoort het Wahhabisme?

1. Soennieten
2. Sjiieten
3. Alevieten
4. Mennonieten

Alevieten zijn

1. tegen de westerse samenleving
2. tegen het kalifaat
3. tegen democratie
4. tegen gelijkheid

Soenna, hadieth, sjaria

Soenna > schriftelijke verzameling van gewoonten/ adviezen over zaken waarin de Koran niet duidelijk is.

Hadieth > verhaal over Mohammed, waarin een maatregel/straf/uitleg van de Koran wordt beschreven.

Sjaria > letterlijke betekenis "de weg om te volgen"  islamitische wetgeving die gevormd wordt door de soenna en de hadieth.

Jihad
Heilige inspanning

• Geen plicht.
• Grote Jihad: geestelijke strijd tegen eigen menselijke fouten.
• Kleine Jihad- gewapende strijd, verdediging van de Islam.

5.2 Beeldvorming en jihad

Tegenwerken of solidariteit tonen?

Het ideaal van één islamitische gemeenschap noemt men

1. hadieth
2. oemma
3. sjaria
4. soenna

Fundamentalisme

• Godsdienstige voorschriften vormen de basis voor samenleving voor iedereen.
• Geen discussie over inhoud
  geen wetenschappelijk onderzoek.