être

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Laatste les voor de vakantie!

De afspraken:

Je zit op de plek van de plattegrond

Als je iets wil zeggen of vragen steek je je vinger op

3 waarschuwingen = naam op het bord. Nog een keer waarschuwen = strafwerk + nakomen

De toetsstof

Chapitre 2

Vocabulaire A + B + E + F (page 90 + 91)

Phrases-clés (page 92)

De getallen tot 69 (page 92)

werkwoorden - er + de ontkenning (page 93)

Avoir (page 55)

être (page 110 + 131)

Let op: het is héél veel. Begin op tijd!

être (zijn)

But: Na deze les begrijp je het werkwoord zijn en kun je het vervoegen (met behulp van het lesboek)

Ouvre ton livre à la page : 110

Eerst even het Nederlands

Het werkwoord "zijn" in het Nederlands is onregelmatig:

ik ben

jij bent

hij is

wij zijn

Dit betekent dat je deze vormen gewoon uit je hoofd moet leren...

In het Frans is dit ook zo

être

Je suis

tu es

Il / elle / on est

Let op: Je moet hier vertalen!

De vormen van être zijn géén uitgangen

Vul aan:
Ik ben = je

Vul aan:
jij bent = tu

Vul aan:
hij is = il

Vul aan:
zij is = elle

Vul aan:
wij zijn = on

Je

Tu

Il / elle / on

Suis

est

es

We gaan een stapje verder

Wij zijn = nous sommes

jullie zijn = vous êtes

zij zijn (ml) = ils sont

zij zijn (vr) = elles sont

Let op: Je moet hier vertalen!

De vormen van être zijn géén uitgangen

Vul aan:
wij zijn = nous

Vul aan:
jullie zijn =

Vul aan:
zij zijn (ml) = ils

Vul aan:
zij zijn (vr) = elles

nous

vous

ils / elles

êtes

sont

sommes

Je

Tu

Il / elle / on

Nous

Vous

Ils / Elles

sommes

suis

sont

es

êtes

est

Rappel

Chapitre 2

Vocabulaire A + B + E + F (page 90 + 91)

Phrases-clés (page 92)

De getallen tot 69 (page 92)

werkwoorden - er + de ontkenning (page 93)

Avoir (page 55)

être (page 110 + 131)

Au travail:

Het werkblad = huiswerk --> volgende les inleveren