vaatverkalking

pathologie hart en vaatstelsel: 6.2 Vaatverkalking 

Door: Alma, Isabelle, Quinty
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

pathologie hart en vaatstelsel: 6.2 Vaatverkalking 

Door: Alma, Isabelle, Quinty

Slide 1 - Slide

onderdelen van de les
  • Herhaling
  • Uitleg aandoening
  • Oorzaken 
  • Symptomen
  • Risicofactoren
  • Complicaties 
  • Diagnostiek 
  • Behandeling
  • Preventie  en leefregels


Slide 2 - Slide

herhaling
pak pen en papier en schrijf de antwoorden voor jezelf op:
1.noem de 3 lagen van de hartwand
2 wat is slagvolume
3. wat is  / wordt er bedoelt met hartfrequentie
4. wat wordt er bedoelt met bloedstroom (flow)
5. hoe berekenen je  het hartminuutvolume 

Slide 3 - Slide

antwoorden
1. endocard, myocard en pericard
2. slagvolume: hoeveelheid bloed die de hartkamer bij elke slag uitpompt (normaal in rust 60-80 ml)
3.hartfrequentie: hoe vaak per minuut samentrekt (normaal in rust 80 per minuut)
4.bloedstroom (flow): hoeveelheid bloed die per minuut door vat stroomt
5.hartminuutvolume: slagvolume x hartfrequentie
bijvoorbeeld slagvolume: 80 x hartfreq:60 =4800 ml hartminuutvolume

Slide 4 - Slide

waar zitten
"de knopen"?
A
sinus re boezem AV grens re boezem/ kamer
B
sinus li boezem AV grens li boezem/ kamer
C
knopen? ik ken geen knopen
D
knopen zitten op mijn jas

Slide 5 - Quiz

Wat wordt er opgehoopt bij vaatverkalking?
A
Vetten
B
Cholesterol
C
Calcium
D
Alle drie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is geen symptoom van vaatverkalking?
A
Extreem zweten
B
Pijn op de borst
C
Spataderen
D
Benauwdheid

Slide 10 - Quiz

Symptomen
  • Pijn in de benen tijdens het lopen
  • Pijn op de borst
  • Benauwdheid 
  • Zweten 
  • Angstig 

Slide 11 - Slide

Wie heeft de minste kans op vaatverkalking
A
Iemand met een kantoorbaan
B
Iemand met een BMI < 25
C
Een man van 50
D
Iemand die elke dag kant-en-klaar maaltijden eet

Slide 12 - Quiz

Risicofactoren
  • Te hoog cholesterolgehalte 
  • Hoge leeftijd
  • Erfelijke aanleg
  • Hoge bloeddruk 
  • Suikerziekte 
  • Roken 
  • Ongezonde voedingsgewoontes 
  • Overgewicht 
  • Zittende leefstijl
  • Metaboolsyndroom 

Slide 13 - Slide

Complicaties 
  • Herseninfarct
  • Kransslagaderlijden 
  • Hartinfarct 
  • Aneurysma 
  • Perifeer Vaatlijden

Slide 14 - Slide

Welke middelen helpen bij het onderzoeken van eventuele vaatverkalking?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hoe heet deze operatie?
A
Stent plaatsen
B
Dotteren
C
Bypass
D
Plaque verwijderen

Slide 18 - Quiz

Preventie en leefregels


Verminderen risicofactoren (gezond gewicht, behandelen van chronische ziekte: bijv goede regulatie DM)
Bevorderen gezonde levensstijl (bewegen, gezond eten, niet roken)

Slide 19 - Slide

Noem een belangrijke maatregel van een gezonde levensstijl

Slide 20 - Open question

nog even wat vragen.....

Slide 21 - Slide

wat is een normaal waarde voor de systolische bloeddruk?
A
40 mmHg
B
120 mmHg
C
80 mmHg
D
160 mmHg

Slide 22 - Quiz

welke type medicijnen die werken bij hypertensie grijpen in op (de effecten van )het RAAS systeem
A
ACE remmers
B
angiotensie ll antagonisten
C
diuretia
D
alle 3 deze medicijnen werken op het RAAS systeem

Slide 23 - Quiz

met welke groep geneesmiddelen wordt een te hoog cholesterol meestal behandeld?
A
antibiotica
B
bloedverdunners
C
statines
D
maagzuurremmers

Slide 24 - Quiz

welke ziektebeeld is gerelateerd aan een te hoog cholesterolgehalte?
A
artherosclerose
B
hartinfarct
C
alle antwoorden zijn juist
D
beroerte

Slide 25 - Quiz

wat is de streefwaarde voor de bloeddruk bij behandeling voor hypertensie met bloeddrukverlagende medicijnen (bij mensen onder de 80 jaar)
A
diastolische bloeddruk minder dan 100
B
diastolische bloeddruk minder dan 140
C
systolische bloeddruk minder dan 100
D
systolische bloeddruk minder dan 140

Slide 26 - Quiz

Einde

Slide 27 - Slide