Blok 8 lesson 4



Blok 8 lesson 4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



Blok 8 lesson 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

READING
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

TODAY

- Revising grammar
- How to hand in the test
- Sample emails
- Reminder optional HW

Slide 3 - Slide

Cijfers inhaal- & hertoets leesvaardigheid (blok 7) staan in Cumlaude.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Present Simple - wanneer?
De present simple is de tegenwoordige tijd in het Engels:               
  • We eat french fries every Sunday.

Wordt gebruikt bij een:
  • gewoonte, feit, iets dat regelmatig (niet) gebeurt

in het laatste geval komen vaak signaalwoorden voor in de zin, bijv.: usually, often, always, never, sometimes.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Present Simple - hoe?
De SHIT-regel heeft te maken met: She, He, and IT.


De regel is:
  • Als het onderwerp she, he, of it is, komt er een -s achter het werkwoord.

Dus: I dance --> she dances

Bij I, you, we, they komt er dus geen -s achter


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

I always ___ to school by bus.
A
goes
B
gone
C
go
D
gos

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

That tree ___ very fast.
A
grow
B
grows
C
grown
D
grew

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

We ___ a glass of wine every Saturday.
A
drink
B
drinking
C
drinks
D
drank

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Past simple - wanneer?
  • Als iets in het verleden heeft plaats gevonden en is afgerond, het is nu voorbij.

  • Vaak staat in de zin een tijdsbepaling die aangeeft dat het verleden tijd is bijv. last month, yesterday, a minute ago, in 1999.

  • I bought a new bike last week.
  • We visited my grandmother yesterday.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Past simple - hoe?
  • De past simple (verleden tijd) wordt gevormd door:
  • ww + ed bij regelmatige werkwoorden, bijv. I helped her.
    OF
  • werkwoordsvorm uit het 2e rijtje bij onregelmatige werkwoorden, bijv. She was ill, last week.
  • (via deze link zie je de onregelmatige werkwoorden )

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

We ___ new books for English class.
A
buy
B
bought
C
buyed
D
buys

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

We ______ my aunt and uncle last weekend.
A
visit
B
visits
C
have visited
D
visited

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

He ___ the window without permission from the teacher.
A
opened
B
opens
C
opend
D
open

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Present Perfect - wanneer?
  • Als iemand met iets in het verleden begonnen is en nog steeds doet.
    –> I have played tennis for three years now.
  • Als iets in het verleden begonnen is en nog aan de gang is.
    –> We have lived in Amsterdam since 2012.
  • Als iemand iets heeft gedaan of er is iets gebeurd waarvan de resultaten nog merkbaar zijn.
    –> Robert has lost his keys
  • Vaak komen in de zin de woorden for of since voor.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoorden Present Perfect:


Deze woorden gaan vaak met deze tijd samen

FYNE JAS:
For
Yet
Never
Ever

Just
Already
Since

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Present Perfect - hoe? 
De present perfect (voltooid tegenwoordige tijd) wordt gevormd door:
 

have / has + ww + ed bij regelmatige werkwoorden;
  •     I have lived in this house for two years now.
  •     He has owned that car since 1999.
            
          OF

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Present Perfect - hoe? 
Have / has + werkwoordsvorm uit het 3e rijtje bij onregelmatige werkwoorden;
  •       My father has seen that film three times already.
  •       My parents have been in New York 5 times now.

Denk eraan :
       HAVE bij: I / you / we / they / you
       HAS = SHIT-regel, dus bij: he / she / it                                  

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

My mother __ never __ that film before.
A
have seen
B
saw
C
has seen
D
see

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

I ______ in school for 23 years.
A
have been
B
has been
C
was
D
were

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

They ________ together since they were 10 years old.
A
danced
B
has danced
C
dances
D
have danced

Slide 24 - Quiz

De studenten krijgen een voorbeeld email en elk onderdeel van de email heeft een nummer gekregen. In totaal 11 onderdelen:
1. From
2. To
3. Subject
4. Date
5. Greeting
6. Introduction (inleiding)
7. Body (kern)
8. Ending (afsluiting)
9. Sign off (hoop snel van je te horen + met vriendelijke groeten)
10. Name
10. Amount of words
HOW TO HAND IN THE TEST
- Open a new Word document

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

SAMPLE EMAILS
- Email #1: spelling + grammar mistakes 
- Email #2: style errors 

OR

- Grade a sample email

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

EMAIL #1

- Check individually first
- Check with your neighbour
- How would you rewrite the spelling & grammar mistakes?
EMAIL #2

- Check individually first
- Check with your neighbour
- How would you rewrite the style mistakes?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

GRADE A SAMPLE EMAIL
- In pairs you are going to grade 3 sample emails

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

REMINDER OPTIONAL HW
- Cumlaude Blok 8 > Engels > Writing assignment
Deadline: 9th of June

Slide 29 - Slide

This item has no instructions