vwo 2 voorzetsels bij landen

mardi le 26 septembre
- le mot du jour
- les pays en français
- prépositions
- tâche 1.6 - 1.7
- lire apprendre 6
lesdoel:
voorzetsels kunnen gebruiken!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

mardi le 26 septembre
- le mot du jour
- les pays en français
- prépositions
- tâche 1.6 - 1.7
- lire apprendre 6
lesdoel:
voorzetsels kunnen gebruiken!

Slide 1 - Slide

ga naar  www.lessonup.com

- heb je al een account > klik op inloggen
- heb je nog geen account > klik op registreren
- word lid van de klas 2HVa met deze klascode > nujzg

Slide 2 - Slide

le mot du jour
les Pays-Bas
Marieke habite aux Pays-Bas.

Slide 3 - Slide

le mot du jour
Pays-Bas = Nederland
Pierre habite en France.
Marieke habite aux Pays-Bas.

Slide 4 - Slide

namen van landen
een land is mannelijk of vrouwelijk of meervoud:
le Danemark
la France
l'Angleterre (v)
les Pays-Bas


Slide 5 - Slide

kijk naar de laatste letter:
vrouwelijke landen eindigen op een -e   
                    
meervoudslanden eindigen op een -s

mannelijke landen = de rest

denk aan de klinkerbotsing: le/la => l'

Slide 6 - Slide

België
A
le Belgique
B
la Belgique
C
l'Belgique
D
les Belgique

Slide 7 - Quiz

Engeland
A
le Angleterre
B
la Angleterre
C
l'Angleterre
D
les Angleterre

Slide 8 - Quiz

Zwitserland
A
le Suisse
B
la Suisse
C
l'Suisse
D
les Suisse

Slide 9 - Quiz

de Verenigde Staten
A
le Etats-Unis
B
la Etats-Unis
C
l'Etats-Unis
D
les Etats-Unis

Slide 10 - Quiz

Brazilië
A
le Brésil
B
la Brésil
C
l'Brésil
D
les Brésil

Slide 11 - Quiz

Vul zelf het juiste lidwoord in
Kies steeds uit: le - la - l' - les
(kleine letters)

Slide 12 - Slide

_____ Russie

Slide 13 - Open question

_____ Europe

Slide 14 - Open question

_____ Canada

Slide 15 - Open question

_____ Antilles

Slide 16 - Open question

in of naar een woonplaats 
  •               in of naar een stad/dorp >       à                 

  • J'habite à Amsterdam.
  • Je vais à Londres.

  • bij deze voorzetsels is er nooit een klinkerbotsing

Slide 17 - Slide

in of naar een land
  • land dat vrouwelijk is:    en               Luc va en Belgique.    
  • land dat meervoud is:    aux            Elle va aux Antilles.
  • land dat mannelijk is:     au               Il habite au Maroc.

  • bij deze voorzetsels is er nooit een klinkerbotsing

Slide 18 - Slide

Sleep de steden en de landen naar het juiste voorzetsel.
à
en
au
aux
Paris
Pays-Bas
Londres
Suède
Sénégal
Maroc
Allemagne
États-Unis

Slide 19 - Drag question

au travail!
faire: 
livre p.33 ex.24-25
livre p.29 ex.17a-19-20-21


lire ensemble: livre p. 41 apprendre 6


Slide 20 - Slide

weektaak
zelfstandig (boek): 
taak 1.6/parler > ex. 17-19-20-21 + 24-25
leren SO vocabulaire apprendre 1,2,4,6!

vrijdag in de les/zelf afmaken:
livre > taak 1.7/écrire > p. 33 ex. 24 t/m 30
en ligne > D-toets deel 1



       

Slide 21 - Slide