EHBO les p4

1 / 47
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van de lessen kan je in eigen woorden vertellen wat je moet doen bij:
  • Flauwte en bewusteloosheid 
  • Reanimatie, AED
  • Bloedingen, (brand)wonden en een bloedneus
  • Kneuzing, verstuiking en botbreuken
  • Verslikking

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Kan je altijd 112 bellen?
A
Nee, ik moet beltegoed hebben.
B
Nee, ik moet een SIM-kaart hebben
C
Nee, ik moet beltegoed + een SIM-kaart hebben
D
Ja, ik kan ALTIJD 112 bellen (met batterij)

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

download de app 
EHBO Rode kruis, haal deze niet van je telefoon iedere les nodig en ook handig prive! 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

#1: Let op gevaar
Wanneer er een ongeval is gebeurd of iemand letsel heeft, kan er nog sprake zijn van een (potentieel) gevaarlijke situatie. Het is belangrijk om de eigen veiligheid te waarborgen. Hulp kan alleen worden verleend wanneer de EHBO’er zelf geen (ernstig) gevaar loopt. Ook dient er gezorgd te worden voor de veiligheid van omstanders en overige aanwezigen en vervolgens natuurlijk voor het slachtoffer.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

#2: Achterhaal wat er gebeurd is
Voor een goede behandeling van het slachtoffer is het cruciaal dat achterhaald wordt wat er gebeurd is. Wanneer dit niet mogelijk is, is het belangrijk om zelf zo goed mogelijk te constateren wat er aan de hand is. Wanneer het slachtoffer bij kennis is, kunnen er vragen worden gesteld om de oorzaak vast te stellen. Ook omstanders kunnen hierbij helpen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

#3: Schakel hulpdiensten in
Is er sprake van ernstig letsel waarbij de hulpdiensten benodigd zijn? Schakel deze dan in. Is acute zorg nodig voor het slachtoffer, bijvoorbeeld reanimatie, vraag dan omstanders om hulp. Delegeer en coördineer taken.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

#: Geruststellen en beschutten
Het is goed mogelijk dat een slachtoffer in paniek is of zich zorgen maakt. Hoe ernstig de situatie ook is: een belangrijke taak van een EHBO’ers is altijd om het slachtoffer gerust te stellen. Zorg vervolgens voor goede beschutting. Zorg ervoor dat het slachtoffer er zo warm en comfortabel mogelijk bij ligt. Let er daarbij wel op dat het slachtoffer niet wordt verplaatst.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

#: Zorg voor het slachtoffer
Wanneer de bovenstaande stappen zijn doorlopen, kan voor het slachtoffer worden gezorgd zoals is geleerd in de EHBO- of BHV-cursus. Dit betekent ook dat het slachtoffer geholpen moet worden op dezelfde plek en niet verplaatst moet worden, tenzij er sprake is van een levensgevaarlijke situatie op de locatie.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Bewusteloosheid

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Huidwond

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

Tijdens de video worden de stappen voorgedaan in de klas. 30 keer hartmassage, 2 keer beademen. Blijf dit afwisselen.
Er is een ongeluk gebeurd. De airbags zijn niet open gegaan. Wat is goed?
A
Pas op, de airbags kunnen nog open gaan!
B
De airbags kunnen nu niet meer open gaan.

Slide 16 - Quiz

Pas op, de airbags kunnen altijd later nog bij een auto open gaan! Dit gebeurt niet altijd meteen tijdens het ongeluk.
Een snelverband aanleggen

Slide 17 - Slide

Demonstreren hoe je een verband aanlegt. Leerlingen ook samen laten oefenen. 
Een drukverband aanleggen

Slide 18 - Slide

Demonstreren hoe je een drukverband aanlegt en oefenen met de leerlingen.
Bloeding

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

2

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Brandwond

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Iets kneuzen of breken

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Een man is van zijn ladder afgevallen. Hij ligt op de grond, heeft pijn en zijn hoofd bloedt. De ladder kan om gaan vallen. Wat doe je eerste?
A
112 bellen
B
Het bloed weg vegen
C
De ladder pakken en veilig weg zetten
D
De man laten zitten op een stoel

Slide 23 - Quiz

Als eerste moet je zorgen voor de veiligheid. De ladder is niet veilig en daarom moet je die eerst weg zetten. Anders kan deze op de man of op jou vallen tijdens het geven van de hulp. Kijk daarna of het nodig is om 112 te bellen. Als dat niet hoeft, dan verzorg je de man zelf.
Je gaat naar binnen bij jouw buurvrouw en zij ligt stil op de grond. Je schudt aan haar schouders, je roept maar ze reageert nergens op.
Wat doe je als eerste?
A
Ademhaling controleren
B
112 (laten) bellen
C
Starten met reanimatie
D
Een kussen onder het hoofd leggen

Slide 24 - Quiz

Als iemand niet reageert, dan moet je meteen 112 (laten) bellen! Roep ook hard om hulp, zodat mensen je mogelijk horen en kunnen komen helpen. Controleer nu de ademhaling. Ademt ze niet, start dan zelf met de reanimatie. Dat zullen de mensen van 112 ook stap voor stap vertellen. 
Een man ligt stil op de grond, hij is gevallen. Hij ligt op zijn buik en beweegt niet. Zijn hoofd en arm zijn kapot. Wat doe je als eerste?
A
Je kijkt of hij bewusteloos is (reageert hij op jou?)
B
Je draait de man op zijn rug.
C
Je verzorgt zijn hoofd en arm.
D
Je legt jouw jas onder zijn hoofd.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar het plaatje. Iemand ligt bewusteloos op de grond.
Wat moet je doen?
A
Op veilige afstand wachten en kijken
B
112 bellen
C
De auto wegrijden
D
De man zo snel mogelijk naar binnen brengen

Slide 26 - Quiz

Je ziet dat iemand niet reageert en je ziet dat het een ongeluk is. Dan moet je meteen 112 bellen! Verplaatsen mag niet, de situatie is niet onveilig want de auto staat stil. Je hebt geen tijd om je handen te wassen en je moet meteen helpen/iets doen, dus wachten en kijken heeft ook geen zin.
Wat moet de hulpverlener nu doen?
A
Hem vasthouden zodat hij niet van de tafel valt
B
Hem op de grond leggen
C
Hem naar de huisarts brengen
D
112 bellen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet de hulpverlener nu doen?
A
Slachtoffer reanimeren
B
Slachtoffer in stabiele zijligging leggen
C
Slachtoffer laten liggen zoals hij ligt
D
Slachtoffer op de buik draaien

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Je collega heeft een schaafwond. Wat moet je doen? Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
4-3-2-1
B
3-4-1-2
C
3-4-2-1
D
2-4-3-1

Slide 29 - Quiz

Let erop dat je het schoon spoelt met lauw water, niet ijskoud water.
Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
Een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Desinfectans erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 30 - Quiz

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Wat moet hij nu tegen haar zeggen?
A
Knijp je neus goed dicht
B
Haal je neus eerst goed op
C
Snuit je neus eerst even
D
Stop de zakdoek maar in je neus

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoelang moet de neus worden dichtgeknepen?
A
1 minuut
B
2 minuten
C
5 minuten
D
10 minuten

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Karin heeft haar hand verbrand aan een stuk brandend hout. Wat voor brandwond is dit?
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond

Slide 33 - Quiz

  • eerste graads = rode, pijnlijke huid. 
  • tweede graads = rode, erg pijnlijke huid met blaren.
  • derde graads = wit/beige/bruine huid, beetje leerachtig.  Weinig pijn. 
  • vierde graads = dit komt zelden voor, dit is verkoling van de huid. De huid is dan echt weg.
  • Je koelt de huid met lauw water!
Wat is NIET WAAR over brandwonden?
A
Je moet 10-20 minuten koelen met lauw water
B
Je moet vastzittende kleding nathouden
C
Je moet de sieraden afdoen als dat kan
D
Je moet 10-20 minuten koelen met ijs

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Ben is gevallen in de tuin. Hij kan niet opstaan en zijn been heeft een onnatuurlijke stand.
Wat is er waarschijnlijk aan de hand?
A
Gebroken
B
Gekneusd
C
Geschaafd
D
Een inwendige bloeding

Slide 35 - Quiz

Als iets een verkeerde kant op staat en iemand kan het niet bewegen of er op leunen, dan is het vaak gebroken. Beweeg iemand niet! Bel eerst naar de huisarts/huisartsenpost en vraag wat je moet doen.
Wat moet je NIET DOEN als een voet misschien gekneusd of gebroken is?
A
De pijnlijke voet van de ander bewegen
B
Koelen met ijs (met een doek ertussen)
C
De schoen aan de voet laten zitten
D
Een steuntje (tas of opgevouwen jas) onder de voet leggen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar het plaatje. Iemand verslikt zich. Hoesten helpt niet. Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
4-3-1-2
B
4-1-2-3
C
4-2-3-1
D
1-2-3-4

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 38 - Quiz

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Uitleg rugstoten

Slide 39 - Slide

De rugstoten worden voorgedaan in de klas.
Uitleg buikstoten

Slide 40 - Slide

De buikstoten worden voorgedaan in de klas.
Vergiftiging 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Je buurmeisje van 2 jaar heeft een slok wasmiddel gedronken. Wat doe je?
A
Melk laten drinken
B
Boter laten eten
C
De huisarts bellen
D
Met haar naar het ziekenhuis gaan

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Je neefje heeft een
batterijtje ingeslikt.
Wat moet je doen?
A
Niets, dat kan geen kwaad
B
De huisarts bellen
C
Proberen om hem te laten overgeven
D
Water laten drinken

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Meer weten?                              

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van deze les?
Wel leuk, maar niet leerzaam
Niet leuk, maar wel leerzaam
Niet leuk en niet leerzaam
Wel leuk en wel leerzaam

Slide 45 - Poll

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Oefenen in de praktijkles

Slide 47 - Slide

This item has no instructions