3.3 aanleiding en verloop WO I

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

3.3 aanleiding WO I

Aan het eind van de les:

• Ken je de voorgeschiedenis van de Eerste Wereldoorlog
• Ken je de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog.
• Kun je uitleggen welke rol bondgenootschappen hier in speelden.

Europa nu

Europa in 1914

Dus:

• Servië en Bosnië-Herzegovia komen los van het Ottomaanse Rijk (in Turkije en omgeving)
• Oostenrijk-Hongarije wil deze gebieden inlijven.

• Oostenrijk-Hongaarse kroonprins Franz-Ferdinand gaat op bezoek in  Sarajevo (in Bosnië-Herzegovina)
• Maakt een rondrit tegen adviezen in.
• Leden van de Zwarte Hand zien hun kans

''De Zwarte Hand''

• Terreurgroep
• Willen alle Serviërs in de Balkan verbinden in één land.

Franz Ferdinand wordt vermoord....

... door de Servische nationalist Gavrilo Princip

Hoe reageert O.-H. hierop?

Rest van de les:

• Lees 3.1.1 (in TvG)
• Maak vragen 1 tm 4 (= huiswerk voor woensdag)
• Klaar? leer je aantekeningen van de vorige week óf lees 3.1.2. alvast door 

20-09-2023

A3

Aan het eind van de les

• Ken je de twee machtsblokken van de Eerste Wereldoorlog
• Ken je het Von Schlieffenplan
• Kun je inloggen in de digitale methode van Tijd voor Geschiedenis 

De Frans-Duitse oorlog werd gewonnen door:

1. Frankrijk
2. Duitsland

Wat is geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog

1. Nationalisme
2. Militarisme
3. Modern-Imperialisme
4. Communisme

Een wapenwedloop is een ...

1. Weddenschap tussen koningen met als inzet wapens
2. Wet van Duitsland om de eigen vloot uit te breiden
3. Strijd tussen landen om zo veel en zo sterk mogelijke wapens te verzamelen
4. Alliantie tussen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije om wapens te delen

De Servier Gavrilo Pricip vermoordde

1. De Oostenrijk-Hongaarse kroonprins Wilhelm II
2. De Oostenrijk-Hongaarse kroonprins Franz Ferdinand
3. De Duitse keizer Wilhelm II
4. De Duitse keizer Franz Ferdinand

Princip was lid van:

1. De zwarte hand
2. De grijze muis
3. Het rode leger
4. De groene revolutie

De machtsverdeling

• De centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de ene kant
•  De Tripple Entente Frankrijk, Rusland en Groot-Brittannië aan de andere kant.

Von Schlieffenplan

• Het plan van Duitsland om via België het Franse leger aan te vallen. 
• Waarom? Snel Frankrijk verslaan om vervolgens met Rusland af te rekenen.

Gevolgen

• Von Schlieffenplan mislukt: Duitse troepen lopen vast in België en Frankrijk.
• Rusland mobiliseert sneller dan verwacht
• Hierdoor moet Duitsland toch op twee fronten vechten

A3 WO 1

Paragraaf 3.3

Aan het eind van de les:

• Kun je uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog er aan het Westfront vastliep.
• Weet je hoe een loopgravenoorlog eruit ziet 

Korte herhaling

• Bespreek met je buur: wat weten we tot nu toe over de Eerste Wereldoorlog (2 min)

Het Westfront (1914) 

• Von Schlieffenplan mislukt
• De loopgravenoorlog begint
• De frontlinie ligt door Frankrijk en België
• In eerste instantie vocht Duitsland tegen Frankrijk en Groot-Brittannië 

Inloggen bij Tijd voor Geschiedenis

• Ga naar Magister
• Ga naar Leermiddelen
• Klik op licentie Tijd voor Geschiedenis
• Vul je schoolmailadres in.
• Open je schoolmail en klik op de link in de mail van TvG
• Ga terug naar Tijd voor Geschiedenis

6-10-2023

Aan het eind van de les:

• Kun je de loopgravenoorlog uitleggen aan het hand van een veldslag.
• Heb je geoefend met heb beantwoorden van vragen over de Eerste Wereldoorlog.

Overleg in tweetallen: wat hebben we afgelopen woensdag geleerd? (2 min.)

Schrijf op in je schrift:

• Wat was de Slag aan de Somme?
• Waarom is die slag voor ons zo belangrijk? 

Zoals de Somme waren er meer veldslagen:

Veldslag	Wanneer?	Aantal slachtoffers
Slag aan de Somme	1 juli - 18 november 1916	ca. 1.000.000
Slag bij Passendale	31 juli 1917 – 10 november 1917	ca. 700.000
Slag bij Verdun	21 februari 1916 - 20 december 1916	ca. 750.000

Met allemaal ongeveer dezelfde uitkomst:

Veel slachtoffers en nauwelijks verschuiving van de frontlinie

Aan de slag: 

• Lees de tekst van TvG paragraaf 3.3 en maak opdrachten 5, 6b en 7. 
• Klaar? leer je aantekeningen en je boek en schrijf minimaal 1 ding op wat je nog niet snapt of waar je moeite mee hebt én 1 ding waar je mee over zou willen weten.