1 vwo - chapitre 5 - intro

PROGRAMME
  • Absentie
  • PTO 3 bespreken
  • Introductie chapitre 5 - Paris!
  • Au travail
Werkboek B vanaf nu!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PROGRAMME
  • Absentie
  • PTO 3 bespreken
  • Introductie chapitre 5 - Paris!
  • Au travail
Werkboek B vanaf nu!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Comment s'est passé le test de français?
A
Super bien! C'était facile.
B
Ça va... pas mal.
C
C'était difficile!
D
Très mal :(

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

PTO 3 bespreken
Ga naar RTTI (via Magister)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Introductie hoofdstuk 5
Magasins et boutiques


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij
deze titel? Welke vocabulaire gaan we bijvoorbeeld leren?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat leren we dit hoofdstuk?
  • vocabulaire
  • Het bijvoeglijk naamwoord
  • getallen t/m 1000
  • werkwoord 'aller' + le futur
  • Parler de l'apparence, des magasins et demander le prix
  • Paris :) 

Slide 6 - Slide

  • monumenten
  • kleding
  • winkelen

ATTENTION: WERKBOEK B VANAF NU!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ben jij weleens naar Parijs geweest? Wat is je bijgebleven?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Parijs... Hoe goed ken jij de hoofdstad van Frankrijk? We gaan het testen ;)

Bonne Chance!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

La tour Eiffel
Sacré coeur

La Seine

Disneyland Paris
Les Champs Élysées

Le Louvre

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Wat is ''Le Louvre'' voor gebouw?
A
Kerk
B
Museum
C
Theater

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit gebouw?
A
Sacré Coeur
B
Tour Eiffel
C
Arc de Triomphe
D
Notre Dame

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de bekendste winkelstraat in Parijs?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions


Waar in Frankrijk ligt Parijs?
A
B
C
A
A
B
B
C
C

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke gebouwen zien we hier?
Welke 3 highlights zijn hier te zien?
A
De Eiffeltoren, Notre Dame en de Arc de Triomphe
B
Versailles, Dome de Invalides en de Notre Dame
C
De Eiffeltoren, Sacre Coeur en de Arc de Triomphe
D
De Eiffeltoren, Dome des invalides en het Louvre

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Welke 2 highlights zijn hier te zien?
A
De Notre Dame en de Dome des Invalides
B
De Notre Dame en Gare du Nord
C
De Arc de Triomphe en Musée d'Orsay
D
De Sacre Coeur en het Louvre

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk antwoord toont 2 juiste bijnamen van Parijs?
A
De stad van het licht De stad van de mode
B
De stad van de opera De stad van de zon
C
De stad van de cultuur De stad van romantiek
D
De stad van de moderne kunst De stad van de liefde

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Hoe heet de rivier die door Parijs stroomt?
A
De Loire
B
De Seine
C
De Rhöne
D
De Maas

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


Welke van deze 4 dure winkelstraten ligt op de Historische as?
A
Avenue Montaigne
B
Boulevard Haussman
C
Avenue des Champs-Élysées
D
Rue de la Paix

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke voetballer speelt
momenteel NIET bij de voetbalclub Paris Saint-Germain?
A
Kylian Mbappé
B
Zlatan Ibrahimovic
C
Neymar
D
Ángel Di María

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


La Tour de France eindigt in Parijs toch? Of begint hij daar?

A
De tour begint in Parijs.
B
De tour eindigt in Parijs.
C
La Tour de France begint en eindigt in Parijs
D
La Tour de France komt niet in Parijs

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

AU TRAVAIL
Maken:
Intro opdracht 1, 2, 3 op blz. 5-6 van je werkboek B (!)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Getallen en werkwoorden (kriskras door elkaar :) )
&
 op snelheid....

Wie is de snelste en kent het 
het beste 


 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

                   être           avoir        

je (j')
tu
il/elle

nous
vous
ils/elles
timer
0:40
suis
avons
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Être of avoir?
timer
0:20
Tu .... quel âge? 
Elle ....... 2 frères? 
Tu ........ à l'école. 
Il  ...... content.
as
a
est
es

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

schrijf in het Frans op:
64
timer
0:25

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

schrijf in het Frans op:
48
timer
0:25

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

schrijf in cijfers op:
trente-trois
timer
0:10

Slide 28 - Open question

This item has no instructions