What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Burgerschap - Algemeen tekstbegrip | My AI
Hoe zit dat?
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Lesson by
Kidsweek in de Klas
This lesson contains
11 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoe zit dat?
Slide 1 - Slide
Ik weet
wat
My AI
is.
Ik weet
waarom sommige mensen zich zorgen maken
over
My AI
.
Slide 2 - Slide
Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de
plaatjes?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Je kan elkaar ook interviewen!
Slide 3 - Slide
Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de pagina kijkt?
Slide 4 - Slide
Lees de hele tekst of lees mee met de leerkacht.
Slide 5 - Slide
Woordenschat:
My AI, Snapchat, experts, zorgen
(zorgen maken), socialmedia-deskundige, robot, functie,
gebruikers, contact, voorbijkomen, toevoegen, chatten,
alsof.
De leerkracht doet het voor.
Slide 6 - Slide
Woordenschat:
duidelijk, persoon, gevoel, ergens mee
zit (ergens mee zitten), iets kwijt wil (iets kwijt willen),
zomaar, adviezen, namelijk, aanvoelen.
We doen het samen!
Slide 7 - Slide
Tekstgerichte vragen:
Wat is My AI?
Waarom maken sommige mensen zich zorgen om My
AI?
Wat zou je tegen een vriend(in) zeggen als die denkt
dat My AI een echte persoon is?
Waarom wordt de Kindertelefoon genoemd in dit
artikel?
Denk je dat het goed is dat Snapchat My AI heeft
aangepast, zoals in de tekst wordt gezegd? Waarom
wel of niet?
Bedenk een manier waarop Snapchat ervoor kan
zorgen dat kinderen zich niet vergissen in My AI.
Lees de rest van de tekst en vul je
kastschema
verder in. Maak daarna de
tekstgerichte vragen
.
Markeer in de tekst of schrijf de antwoorden op in je aantekeningen!
Slide 8 - Slide
Facultatief: oefenen van de toetsvraagstelling.
Toetsvraag:
Wat kan My AI niet, volgens de tekst?
A) Vragen stellen aan de gebruiker
B) Aanvoelen wat goed voor iemand is
C) Complimenten geven
D) Antwoorden geven op elke vraag
Slide 9 - Slide
Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan?
Schrijf ze op post-its.
Slide 10 - Slide
In de volgende les praten we verder over dit onderwerp!
Slide 11 - Slide