Lezen blok 2, 2havo

Lezen Blok 2
Na deze les:
- kun je kernzinnen (op een andere plaats) van een alinea herkennen. 
- kun je een aantal tekstvormen herkennen.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen Blok 2
Na deze les:
- kun je kernzinnen (op een andere plaats) van een alinea herkennen. 
- kun je een aantal tekstvormen herkennen.

Slide 1 - Slide

Eerst even herhalen..
Pak je device erbij!

Slide 2 - Slide

Hoofd- en bijzaken.
Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd in 1 zin.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker.
D
Alle bijzaken bij elkaar.

Slide 3 - Quiz

Wat is 'de hoofdgedachte' van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij.
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij.
C
De samenvatting van een tekst.
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat.

Slide 4 - Quiz

Om de hoofdgedachte van een tekst te bepalen kijk je naar:
A
..de bijzaken van de tekst.
B
..de hoofdzaken van de tekst.
C
..de hoofd- en bijzaken van de tekst.
D
..de voorbeelden in de tekst.

Slide 5 - Quiz

Een kernzin is:
A
..de belangrijkste zin van een boek.
B
..de belangrijkste zin van een tekst.
C
..de belangrijkste zin van een hoofdstuk.
D
..de belangrijkste zin van een alinea.

Slide 6 - Quiz

Een samenvatting van een tekst bestaat uit:
A
Alle bijzaken van een tekst.
B
De titel en tussenkopjes van een tekst.
C
De kernzinnen van alle alinea's.
D
De laatste alinea van een tekst.

Slide 7 - Quiz

Hoe vind ik de kernzin? 
(Waar staat het?)
1. Eerste, tweede of laatste zin van een alinea.
2. In het midden van een alinea.
3. Soms heeft een alinea geen kernzin.
4. Soms heeft een alinea twee kernzinnen.

Slide 8 - Slide


A
De eerste zin is de kernzin.
B
De eerste twee zinnen zijn de kernzinnen.
C
De laatste zin is de kernzin.
D
De tekst heeft geen kernzin.

Slide 9 - Quiz


A
De eerste zin is de kernzin.
B
De eerste twee zinnen zijn de kernzinnen.
C
De kernzin staat in het midden van de alinea.
D
De laatste zin is de kernzin.

Slide 10 - Quiz

Welke tekstvorm heeft deze tekst?

Slide 11 - Slide

Welke tekstvormen zie je in de volgende afbeeldingen?

Slide 12 - Slide


A
Krantenartikel
B
Strip
C
Recept
D
Roman

Slide 13 - Quiz


A
Krantenartikel
B
Strip
C
Recept
D
Roman

Slide 14 - Quiz

Twee nieuwe tekstvormen:

1. De instructie: als de schrijver stap voor stap aan de lezer wil uitleggen hoe iets in elkaar zit. 

Slide 15 - Slide

Twee nieuwe tekstvormen:

2. De infographic: een combinatie van beeld en tekst.  

Slide 16 - Slide


A
Tekstvorm: de instructie
B
Tekstvorm: de infographic
C
Tekstvorm: de strip
D
Tekstvorm: het recept

Slide 17 - Quiz


A
Tekstvorm: de instructie
B
Tekstvorm: de infographic
C
Tekstvorm: de sollicitatiebrief
D
Tekstvorm: de roman

Slide 18 - Quiz

Weet je het nog?
1. Wat is ook alweer een kernzin?
2. Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
3. Wat is het huiswerk voor de volgende les?

Slide 19 - Slide

Maak opdracht 2 (blz. 87) 

Alleen vraag 1 t/m 3 van opdracht 2!

Slide 20 - Slide