Katheteriseren vrouw / man

Katheteriseren man & vrouw
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Skills 3 jarige BBLMBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Katheteriseren man & vrouw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen
  • Theorie katheteriseren man en vrouw
  • Casus opdracht maken
  • Pauze
  • ZBO

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Blaaskatheteriseren is een...
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welke indicaties zijn
er om een katheter
te plaatsen?

Slide 4 - Mind map

  • onvoldoende ledigen van de blaas
  • inbrengen van medicatie
  • voor een operatie of onderzoek
  • exact bijhouden van urine output
  • afnemen urinekweek
  • het bieden van comfort in de terminale/stervensfase
  • huidschade door incontinentie die niet wil genezen
Indicaties
  • Monitoring van urineoutput (in acute situaties zoals shock)
  • Post operatief bijvoorbeeld; na buik-bekkenoperatie
  • Behandelingen waarbij grote hoeveelheden diuretica worden toegediend
  • Afname van een urinekweek (bij bijv; incontinentie)
  • Toediening van een blaasspoeling
  • Afwijkingen urinestelsel
  • Neurologische aandoeningen






Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Noem 2 indicaties voor intermitterend katheteriseren

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Indicaties voor intermitterend katheteriseren
- urine steriel opvangen voor bacteriologisch onderzoek
- urineretentie bepalen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Noem contra indicaties voor katheteriseren

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

contra indicatie
  • Zorgvragers met een vergrote prostaat. Er is een grote kans dat je de prostaat tijdens de blaaskatheterisatie beschadigt.
  • Zorgvragers bij wie het vermoeden bestaat dat de urethra is beschadigd, bijvoorbeeld door een eerdere traumatische blaaskatheterisatie.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Katheters
lumen: naam voor holle slang van de katheter
  • enkel lumen: afloop urine
  • dubbel lumen: afloop urine en ballon
  • triple lumen: afloop urine, ballon en spoelen
Maatvoering: dikte katheter in Ch (Charriere) 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Glijmiddel & ballon
Glijmiddel: 
  • verdovend
  • glijmiddel
  • desinfecteren
Ballon:
  • plaats houden van katheter
  • 6-10 ml steriel water in ballon
  • Ballon volledig vullen en daarna water terug laten lopen tot afgesproken hoeveelheid

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Drie groepen opvangsystemen. Noem voor- en nadelen.

  • De nachtzak (bedzak). De nachtzak heeft een groot opvangvolume (gemiddeld 2 liter). Deze zak wordt met een ophangrekje aan het bed van de zorgvrager gehangen.
  • De dagzak (beenzak). Deze zak werkt prima bij zorgvragers die mobiel zijn. De dagzak kan onder de kleding worden gedragen.
  • Het gesloten opvangsysteem. De katheter en de opvangzak vormen een gesloten afvoersysteem. Minimaliseert het risico op katheter gerelateerde urineweginfecties. Bezit terugslagklep. Kan Urimeter bezitten.








Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waarom hebben vrouwen een verhoogde kans op een blaasontsteking?
A
korte urinebuis
B
lange urinebuis
C
ontbreken prostaat
D
hormonen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Intermitterend katheteriseren

  • heeft voorkeur boven verblijfskatheter
  • verkleint risico op infectie en complicaties
  • elasticiteit blaas blijft behouden
  • enkel lumen katheter 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van glijmiddel?
A
desinfecterend
B
vult plooien
C
verdovend
D
soepeler inbrengen van de katheter

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke is een eenmalige katheter?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke complicaties kunnen er optreden bij het plaatsen van een katheter?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Verwijderen van  blaaskatheter
zodra er geen indicatie meer is
1. Ballon legen (passief)
2. zorgvrager laten zuchten 
3. katheter verwijderen
4. 1e mictie binnen 8 uur

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Opdracht;
Maken van de casus. Mag in groepjes.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Evalueren en vooruitkijken
Wat is je bij gebleven van deze les?
Wat wil je zo gaan doen?
Volgende week;
* blaasspoelen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Blaasspoelen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je;
- Volgens het protocol Vilans blaasspoelen via verblijfskatheter 
- Indicatoren en risico's benoemen voor het blaasspoelen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welke methode van blaasspoelen kennen we bij een 2 lumen katheter

A
gesloten systeem
B
open systeem
C
beide juist
D
beide onjuist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Open versus gesloten systeem
Er zijn twee manieren om een blaasspoeling te geven:
Open blaasspoeling. Een blaasspoelzakje of een blaasspuit wordt op de katheter aangesloten. De katheterzak wordt hierbij losgekoppeld.
Gesloten blaasspoeling. De blaasspoeling vindt plaats via de derde ingang van de blaaskatheter. De katheterzak wordt hierbij niet losgekoppeld.




Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Een blaasspoeling is niet altijd zinvol of wenselijk. Enkele contra-indicaties bij blaasspoelen zijn

  • overgevoeligheid voor de spoelvloeistof of het werkzame bestanddeel
  • beschadiging van het blaasslijmvlies
  • nierfunctiestoornissen
  • leverfunctiestoornissen
  • urinewegobstructies
  • blaasperforatie







Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Blaasspoelen
Met ruime hoeveelheid vloeistof
Medicijnen?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke observatiepunten bij blaasspoelen zijn:
A
Weerstand
B
Stolsels
C
Hoeveelheid
D
alle bovengenoemde

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Voor blaasspoeling heb je opdracht van de arts nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bij blaasspoelen draag je steriele handschoenen
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

blaasspoelen doe je...:
A
1 x per week
B
op inzicht
C
bij obstructie
D
bij blaasontsteking

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Bloed bij de urine kan een complicatie zijn van een blaasspoeling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat klopt over blaasspoelen?
A
doel: blaasontsteking voorkomen
B
doel: blaas of katheter reinigen
C
dagelijks nodig voor juiste effect
D
op kamertemperatuur toedienen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

wat is de ideale temperatuur van de spoelvloeistof bij blaasspoelen
A
kamertemperatuur
B
20 graden
C
lichaamstemperatuur
D
30 graden

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verminder je de kans op blaaskramp bij blaasspoelen?
A
vloeistof op kamertemperatuur
B
langzaam de vloeistof laten inlopen
C
Niet met druk toedienen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

welke methoden van blaasspoelen kennen we
A
gesloten systeem
B
open methode
C
beide onjuist
D
beide juist

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions