het bezittelijk voornaamwoord klas 3 havo

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour

Aan het eind van deze  les weet ik:

- of ik de woordjes van les A en B genoeg heb geoefend

- of ik de werkwoorden op -er en être en avoir genoeg heb geoefend

- of ik mijn leesvaardigheidshuiswerk goed heb gemaakt

- hoe je het bezittelijk voornaamwoord in het Frans gebruikt

Interro

1. tellement=
   
2. au début=
   
3. un choix =
   
4. le pire=
   
5. détendu (e) =
   
6. ik beweeg =
   
7. het westen=
   
8.  tussen=

9. de stiefmoeder= 

1. jij bent =

2. wij zijn= 

3. u bent = 

4. wij hebben = 

5. zij (mnl. mv) hebben=

6. jij beweegt = 

Interro

1. tellement= zo
2. au début= aan het begin
3. un choix = een keuze
4. le pire= het slechtste
5. détendu (e) = ontspannen
6. ik beweeg = je bouge
7. het westen= l'ouest
8.  tussen= entre

9. de stiefmoeder= la belle-mère

1. jij bent = tu es

2. wij zijn= nous sommes/ on est

3. u bent = vous êtes

4. wij hebben =  nous avons

5. zij (mnl. mv) hebben= ils ont

6. jij beweegt = tu bouges

prenez vos devoirs, on va corriger!

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden
in het Nederlands?

Chapitre 1 bron C: het bezittelijk voornaamwoord (1)

Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  

BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

let op: ma/ta/sa verandert in mon/ton/son voor een vrouwelijk woord dat met een klinker of stomme h begint!

C'est ... père.

1. mon
2. ma
3. mes

(hun) ... plage

1. leurs
2. notre
3. votre
4. leur

(hun) ... chats sont très mignons.

1. vos
2. nos
3. leur
4. leurs

onze ouders

1. vos parents
2. ses parents
3. leurs parents
4. nos parents

Let op!:

Aan het bezittelijk voornaamwoord kan je niet zien of de eigenaar een jongen of een meisje is:

C'est le père de Mike - C'est son père

C'est la mère de Mike - C'est sa mère

Noteer in je schrift zoveel mogelijk bez.vnw + de bijbehorende znw uit het liedje

Formuleer in je hoofd een Frans antwoord op onderstaande vragen:
1. Où est ton livre?
2. Où est ta maison?

Au travail!

13b,c,14a,b

Bonjour!

aujourd'hui:

- herhalen bezittelijk voornaamwoord en nakijken

- phrases clés D: jezelf voorstellen

let op: ma/ta/sa verandert in mon/ton/son voor een vrouwelijk woord dat met een klinker of stomme h begint!

Lyricstraining

link in Teams

Leçon D

- livre d'exercices page 16

- livre de textes page 11