3. Kunst en leven Postmodernisme

Kunst en leven
Postmodernisme

1945 - 1990
1 / 23
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Kunst en leven
Postmodernisme

1945 - 1990

Slide 1 - Slide

DEZE LES
Uitleg kunst en leven
Uitleg postmodernisme
Examenvragen oefenen

Slide 2 - Slide

JOUW DOEL
De kenmerken van het postmodernisme herkennen en benoemen, door je kennis toe te passen op examenvragen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

MODERNISME
1900-1945

Variërend van  het impressionisme tot de radicale nieuwe stijl van de kubisten.

Breuk met de tradities van de kunst. 
19e blik op een mythisch verleden
20e blik meer gericht op toekomst (serieus)

Fotografie, abstracte kunst, afkeer van het gebruik van ornament.

eenvoudig, handig en nuttig


POSTMODERNISME
1945-1990

Verschillende stromingen die zich afzetten tegen het modernisme.

Breuk met de tradities van de kunst - humor

Bouwkunst - Je ziet er alle stijlen in terug. Het is niet logisch, niet harmonisch. 

Er ontstonden landart, environments, happenings, performances, body art, videokunst en later ook de computerkunst.








anything
goes

Slide 5 - Slide

Pluralisme betekent dat er meerdere ideeën, meningen, of stijlen naast elkaar kunnen bestaan zonder dat er één als de enige juiste wordt gezien. 

Slide 6 - Slide

POSTMODERNISME
Humor/speelsheid
Verwijzing historische bouwstijl.
Vrij om terug te grijpen op de kunstgeschiedenis en de traditionele genres als bijvoorbeeld het landschap.
Citeert (overnemen) een bekend werk / een bekende kunstenaar uit de kunstgeschiedenis.
Er is sprake van ironie / lichte spot: bijvoorbeeld, een kunstwerk / motief uit de high art of een figuur uit de mythologie wordt banaal (gewoon, alledaags) gemaakt.
Spelen met de grens / het verschil tussen hoge en lage kunst / kunst en kitsch.



Vaak opgebouwd uit een raster van kleine, abstracte kleurvlakken of organische vormen. Van dichtbij lijken deze vormen losstaand en bijna abstract, maar van een afstand versmelten ze tot een hyperrealistisch portret. Close experimenteert met kleur, textuur en optische effecten, waardoor zijn werken zowel doordacht als expressief ogen. 
Speelse en eclectische (mix van stijlen) vormgeving. Het combineert klassieke en moderne elementen, zoals een grote gevel met zuilen en ronde vormen, die contrasteren met strakke, geometrische lijnen. Opvallend is het gebruik van verschillende materialen en gelaagde structuren, wat het gebouw een dynamische en beeldhouwwerkachtige (sculpturale) uitstraling geeft.
Vormgevingskenmerken van Puppy (1992) – Jeff Koons
Grootte: Monumentaal (12 meter hoog). Materiaal: Levendige bloemen op een stalen frame. Vorm: Een schattige, cartoonachtige hond in een zittende houding. Kleur: Fel en vrolijk door het gebruik van bloeiende planten. Textuur: Zacht en organisch door de bloemen, maar met een strakke onderliggende structuur.

Waarom heeft Jeff Koons Puppy gemaakt?
Koons wilde met Puppy een mix van hoog- en laagcultuur creëren, door een speels en toegankelijk beeld te maken met een imposante (indrukwekkende), bijna koninklijke uitstraling. Het werk combineert kinderlijke onschuld met de pracht en praal van traditionele tuinen. Daarnaast speelt hij met thema’s als liefde, optimisme en kitsch, waardoor het beeld zowel ontroerend als ironisch is.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

ANTWOORD
− Hij stapelt (schijnbaar) enkele verschillende typen huizen (met verschillend lijstwerk) op elkaar.
− Hij draait sommige huizen, zodat er voorgevels en zijgevels te zien zijn.
− Sommige huisjes steken uit de gevel naar buiten.
− Er zijn verschillende kleuren groen te zien (en er is één blauw huisje).

Slide 9 - Slide




Zaandammers - prachtig: omdat 1 / omdat 2
Critici - kitsch: omdat 1 / omdat 2

Slide 10 - Slide

ANTWOORD
• Zaandammers                                                   (argumenten altijd goed uitleggen)

− hebben een gebouw gekregen dat typerend is voor de streek
waarin zij wonen en waarin zij zich herkennen en thuis voelen.
− hebben een grappig, decoratief, fantasievol gebouw gekregen dat door iedereen begrepen kan worden.
− hebben een opvallend gebouw gekregen, dat veel aandacht trekt:
dat is goed voor de stad en dat trekt toeristen aan.

Slide 11 - Slide

ANTWOORD
Architectuurcritici 
− hangen vaak de regels van het modernisme / Nieuwe Bouwen aan
en willen dat de vormgeving en het materiaalgebruik van
gebouwen puur functioneel is en strak, recht, hoekig.
− waarderen nieuwe vormen en wijzen letterlijk kopiëren en
ontleningen (zoals in het postmodernisme gebeurt) meestal af.
− zien lokale architectuurstijlen al gauw als folklore en niet als
belangrijke architectuur.

Slide 12 - Slide

MAAK VRAGEN
6
7
8

Slide 13 - Slide

JOUW DOEL
De kenmerken van het postmodernisme herkennen en benoemen, door je kennis toe te passen op examenvragen.

0- 2 Verdiep je in het thema
3 Oefen dezelfde vragen nog een keer
4 Oefen met andere vragen
5 Ga door naar het volgende onderwerp

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide