Present simple affirmative
Bijzonderheden hij/zij/het:
- Bij de derde persoon (He/She/It) komt er een -S achter het werkwoord (listenS)
- Als het werkwoord eindigt op -y met een medeklinker ervoor, komt er -ies achter: to fly, maar he flies
- Werkwoorden die eindigen op een -s klank krijgen -es: to watch, maar he watches
- Werkwoorden die eindigen op een -o krijgen -oes: to do, maar he does.