hoofdletters en leestekens

Vandaag...
- hoofdletters/leestekens
Lees in stilte uit het boek: Wereldspionnen.
Pak je schoolspullen: etui, lesboek, schrift, wisbordje.
timer
20:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Vandaag...
- hoofdletters/leestekens
Lees in stilte uit het boek: Wereldspionnen.
Pak je schoolspullen: etui, lesboek, schrift, wisbordje.
timer
20:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag:
 Ik kan hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet de les eruit?
  • Uitleg hoofdletters en leestekens
  • Oefenen
  • Zelfstandig werken
  • Schoolwerk
  • Jeugdjournaal

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdletters en leestekens maken een tekst beter leesbaar.  
Waarom?

Slide 4 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.



1. Aan het begin van een zin:
Heb jij ook al zin in de herfstvakantie?
2. Bij namen: Piet, Varendonck, Nederland, Europa.
Lynn van der Bragt, L. van der Bragt, mevrouw Van der Bragt.
3. Bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid:
Europeaan, Rotterdammer, het schoolvak Engels.
4. Titels van boeken en series 



Wanneer een hoofdletter

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1. Namen van dagen
2. Namen van maanden
3. Namen van seizoenen
4. Namen van windstreken
5. Afleidingen van feestdagen 
GEEN hoofdletter

Slide 6 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.

Elke zin eindigt met een punt, vraagteken of uitroepteken:
1. Een punt komt na een gewone, mededelende zin:
Vandaag is het weer maandag.
2. Een vraagteken zet je na een vraag:
Wat is jouw favoriete dag van de week?
3. Een uitroepteken gebruik je om een zin extra nadruk te geven:
Pas op voor die auto! 


Leestekens (interpunctie)

Slide 7 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.

1. De komma gebruik je tussen twee persoonsvormen in:
Als ik naar school fiets, geniet ik altijd van de mooie omgeving.
2. De komma plaats je ook voor voegwoorden: zoals als, doordat, maar, nadat, zodat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra enzovoorts...
Ik fiets vaak naar school, maar soms pak ik ook wel de auto.
3. De komma plaats je bij opsommingen


De komma 

Slide 8 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Uitzondering: "en" en "of"
Ik fiets vaak naar school en ik geniet dan van de mooie omgeving. 

Geen komma

Slide 9 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Pak je wisbordje

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welk woord krijgt een hoofdletter?
A
noorden
B
walvisstraat
C
kerstvakantie
D
hockey

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Zijn de hoofdletters juist geplaatst?

44 mensen rijden richting het Oosten van Holland.
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?

De coach riep naar de spits: "Jij neemt de penalty!"
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

een jongen uit duitsland heeft afgelopen dinsdag de audi van zijn moeder in de prak gereden

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat is juist?
A
Kerstboom
B
kerstboom

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is juist?
A
meneer S. Van der Zee
B
meneer S. Van Der Zee
C
meneer S. van der Zee
D
meneer S. van der zee

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik ziek ben

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke uit noord-brabant heeft veel dieren kippen schapen en honden

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is juist?
A
café Zeezicht
B
café zeezicht

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 1 en 2 blz. 228


We maken samen de opdracht!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken: opdracht 3 t/m 5 blz. 229
Je werkt in stilte!
Klaar? Lezen uit Wereldspionnen.
timer
20:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Nakijken
opdracht 3 t/m 5 blz. 229


Pak een rode/groene pen!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Volgende les:
  • Lezen uit wereldspionnen:  t/m H21.
  • Valentijnopdracht
Schoolwerk

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Jeugdjournaal

Slide 25 - Slide

This item has no instructions