What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatik C - Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Grammatik C - Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden:
- 1e naamval
- 4e naamval
Bezittelijke voornaamwoorden
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatik C - Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden:
- 1e naamval
- 4e naamval
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 1 - Slide
welke
persoonlijk voornaamwoorden
in het Duits ken je?
Slide 2 - Mind map
Persoonlijk voornaamwoorden 1e naamval
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er sie es wir ihr sie Sie
Ik
kom morgen ook.
ik
= onderwerp
= altijd het onderwerp!!
(vraag: wie + persoonsvorm)
Kan een zelfstandig naamwoord vervangen
Slide 3 - Slide
Persoonijk voornaamwoord in de
4e
naamval = lijdend voorwerp
Heb je
ik
gezien?
ik
-->
mij
Heb je
mij
gezien?
Hast du
mich
gesehen?
lijdend voorwerp (wie/wat + gezegde + onderwerp)
wie heb je gezien?
Antwoord: mij (
mich
)
Slide 4 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
4e
naamval
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er
sie es
wir ihr
sie Sie
4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich
dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
Slide 5 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
4e
naamval
4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
Voorbeeld
:
Ich habe es gefunden!
= altijd lijdend voorwerp!!
(vraag: wie/wat + gezegde + onderwerp)
habe = persoonsvorm
habe gefunden = gezegde
ich = onderwerp
Was habe ich gefunden?
Wat heb ik gevonden?
Antwoord: es
Slide 6 - Slide
Voorzetsels
4e naamval
Slide 7 - Mind map
Persoonlijk voornaamwoord
4e
naamval
Voorzetsels behorend bij 4e naamval:
durch, für, gegen, ohne, um
Voorbeeld
:
Du bist
gegen
mich
.
Er hat
für
euch
schon bezahlt.
Slide 8 - Slide
Bezit
telijk voornaamwoord
persoonlijk voornaamwoord 1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er
sie es
wir ihr
sie Sie
persoonlijk voornaamwoord 4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich
dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
bezittelijk voornaamwoord:
mijn jouw zijn haar zijn ons jullie hun uw
mein- dein- sein- ihr- sein- uns- euer- ihr- Ihr-
Slide 9 - Slide
Bezit
telijk voornaamwoord
mijn jouw zijn haar zijn ons jullie hun uw
mein- dein- sein- ihr- sein- uns- euer- ihr-
I
hr-
ein Vater (m) --> mein Vater
ein
e
Mutter (v) --> dein
e
Mutter
ein Kind (o) --> sein Kind
kein
e
Eltern (mv) --> unser
e
Eltern
hoort bij de ein-groep!
Slide 10 - Slide
Bezit
telijk voornaamwoord
mijn jouw zijn haar zijn ons jullie hun uw
mein- dein- sein- ihr- sein- uns- euer- ihr-
I
hr-
Voorbeeld
:
Jullie huis is groot.
-->
Euer
Haus ist groß.
Hoe heet haar moeder?
--> Wie heißt
ihre
Mutter?
Hoe heet uw hond?
--> Wie
heißt
I
hr
Hund
?
hoort bij de ein-groep!
Slide 11 - Slide
More lessons like this
Unterrichtsstunde 31 März 2022 Grammatik - Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
March 2022
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Kapitel 11 - Grammatik - Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
November 2020
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2V
April 2020
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
03-12-2021 Havo 3B - Grammatik - Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
November 2021
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval
May 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval
December 2021
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval
April 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Grammatik - Persoonlijk en vragend voornaamwoord - 1e en 4e naamval
March 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2