13. v - w voor alfabetiseringsklas

v    -    w
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

v    -    w

Slide 1 - Slide

woorden met:
v

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

vis

Slide 4 - Slide

voet

Slide 5 - Slide

vest

Slide 6 - Slide

vlieg

Slide 7 - Slide

veer

Slide 8 - Slide

vis
val
voet
veeg
voor
vlieg
vest
voer
veer
- Luister en zeg na
- Lees in je hoofd
- Lees hardop

Slide 9 - Slide

Wat is dit?
A
voet
B
vis
C
veer
D
vlieg

Slide 10 - Quiz

Wat is dit?
A
vis
B
veer
C
vest
D
voet

Slide 11 - Quiz

Wat is dit?
A
veer
B
voet
C
vlieg
D
vest

Slide 12 - Quiz

Wat is dit?
A
voet
B
vis
C
vlieg
D
vest

Slide 13 - Quiz

Wat is dit?
A
vest
B
voet
C
vlieg
D
veer

Slide 14 - Quiz

timer
2:00
schrijf woorden met
v
(laatste)

Slide 15 - Mind map

- Ga naar de volgende dia.
- Kopieer de volgende woorden 
   en plak die bij "Instellen".
- Flits de woorden.

vaag vaak vaal vaar vaas vaat vak
val 
van 
vat 
voor 
vol 
vos
veeg
veel
veer
vel
ven 
ver 
vet
vier 
vies
vin
vis
vuur
voet

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

woorden met:
w

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

wit

Slide 21 - Slide

wol

Slide 22 - Slide

wijn

Slide 23 - Slide

wolk

Slide 24 - Slide

water

Slide 25 - Slide

- Luister en zeg na
- Lees in je hoofd
- Lees hardop
wolk
wijn
waar
woon
wil
wit
wol
weeg
weet

Slide 26 - Slide

Wat is dit?
A
wit
B
wolk
C
wijn
D
wol

Slide 27 - Quiz

Wat is dit?
A
wit
B
wol
C
water
D
wijn

Slide 28 - Quiz

Wat is dit?
A
wit
B
wolk
C
wol
D
water

Slide 29 - Quiz

Wat is dit?
A
wit
B
wolk
C
wijn
D
water

Slide 30 - Quiz

Wat is dit?
A
wol
B
wolk
C
wijn
D
wit

Slide 31 - Quiz

timer
2:00
schrijf woorden met
w
(laatste)

Slide 32 - Mind map

Slide 33 - Video

- Ga naar de volgende dia.
- Kopieer de volgende woorden 
   en plak die bij "Instellen".
- Flits de woorden.

waag
waak
waar
wal
was
wat
woon
wol
week
weer
weg
wel
wieg
wiel
wil
win
wit
wijk
wijn
wijs

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Zeg een woord met:

Slide 36 - Slide

- Ik zeg een woord.
- Hoor je v of w?
- Omcirkel het goede antwoord.

Voorbeeld 1: vis
Voorbeeld 2: vol

(Daarna het digibord uitzetten/bevriezen!)

(Blad op J-schijf in bestand
auditieve discriminatie.)



Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link