Past Simple (klassikaal)


Past Simple
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Past Simple

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 2 - Mind map

Wanneer gebruik je de past simple?
Praten over dingen uit het verleden die afgelopen zijn

I bought a new toy for my son yesterday.

We went to Italy last year.

Heath Ledger died in 2008.

In de zin staat bijna altijd wanneer het gebeurde

Slide 3 - Slide

Exercise 1
Geef voor de volgende zinnen aan of je hier wel of niet  'Past Simple' moet gebruiken.

Na iedere vraag moet 1 persoon uitleggen waarom wel of niet

Slide 4 - Slide

The boys (to go) to school every day.
A
wel
B
niet

Slide 5 - Quiz

1.2) My sister (to cry) all day yesterday.
A
wel
B
niet

Slide 6 - Quiz

1.3) Last year our teacher (to be) Mrs Hopkins.
A
wel
B
niet

Slide 7 - Quiz

1.4) We (to go) to Italy in 2020.
A
wel
B
niet

Slide 8 - Quiz

1.5) I (to read) Lord of the Rings in 2016.
A
wel
B
niet

Slide 9 - Quiz

Hoe maak je de Past Simple bevestigend?
Regelmatige werkwoorden: hele werkwoord + ed
I played Minecraft a few days ago. (to play)
My sisters baked a cake for our mother yesterday. (to bake)
We studied for our test last week. (to study)

Onregelmatige werkwoorden: verander het werkwoord naar de 2e vorm
We went to the fair in Oosterhout last weekend. (to go)
She bought a new Horse in 2012. (to buy)

LET OP: LEER DE ONREGELMATIGE WERKWOORDEN UIT JE HOOFD

Slide 10 - Slide

Exercise 2
Zet het werkwoor in de Past Simple
Typ alleen het werkwoord

Slide 11 - Slide

2.1) We (to be) the winners last year.

Slide 12 - Open question

2.2) Tamara (to watch) television yesterday.

Slide 13 - Open question

2.3) Keith (to listen) to the new Kanye West album earlier this morning.

Slide 14 - Open question

2.4) We (to have) a great party last weekend.

Slide 15 - Open question

2.5) My brother (to work) a lot last summer.

Slide 16 - Open question

Hoe maak je de past simple vragend of ontkennend?
Vragend: Did + onderwerp + hele werkwoord + rest vd zin
He did his homework yesterday --> Did he do his homework yesterday?
They won the match last night --> Did they win the match last night?

Ontkennend: onderwerp + did + not + hele werkwoord + rest vd zin
He did his homework yesterday --> He did not do his homework yesterday.
They won the match last night --> They did not win the match last night.

LET OP: BIJ VRAGEN EN ONTKENNINGEN ALTIJD HET HELE WERKWOORD GEBRUIKEN

Slide 17 - Slide

Exercise 3
Verander de positieve zinnen naar een vraag (?) of ontkenning (-)

Typ de hele zin

Gebruik geen afkortingen

Slide 18 - Slide

3.1) Bob sang a song. (to sing) --> (-)

Slide 19 - Open question

3.2) My friends played Fortnite yesterday. (to play) --> (?)

Slide 20 - Open question

3.3) Your sister studied for her test on Monday. (to study) --> (?)

Slide 21 - Open question

3.4) Sharon did her homework yesterday. (to do) --> (-)

Slide 22 - Open question

Belangrijke uitzondering
Het werkwoord 'to be' doet zijn eigen ding en gebruikt geen did
I/He/She/it = was
You/We/They = were

He was here yesterday. --> Was he here yesterday? --> He was not here yesterday.

We were in Spain last summer. --> Were we in Spain last summer? --> We were not in spain last summer.

Vragend: zet was/were vooraan in de zin
Ontkennend: zet 'not' achter was/were

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide