Par 1.4 Europa: winnaars en verliezers - vwo

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

1.4 Europa winnaars en verliezers

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat herstructureren is met als voorbeeld het Ruhrgebied
• Je kunt uitleggen wat agglomeratievoordelen zijn
  

Actualiteit

Verschil welvaart

Welvaart in Europa niet gelijk verdeeld.

Na 1990 komen Europese industriegebieden in de problemen.

Vooral veel arbeidsintensieve bedrijven, waarom?

Waarom kwamen na 1990 veel arbeidsintensieve bedrijven in Europa in de problemen? (Tip: denk aan Globalisering)

Arbeidsintensieve bedrijven verplaatsen naar landen waar de lonen laag zijn (lagelonenlanden). Arbeidsintensief = veel mensen handig nodig om het product te maken.

Gevolg?

Bedrijven in het gebied zelf moeten opzoek naar een nieuwe economische basis. Die omvorming noem je herstructureren. 

03:55

Wat voor voorbeelden van herstructurering heb je kunnen zien in de video?

Ruhrgebied

• Vooral zware industrie (Staal, ijzer en steenkool)
• (sinds 1965) Concurrentie lagelonenlanden --> de-industrialisatie 

Herstructureren:

Het omvormen van de economie

bijvoorbeeld van industrieel naar diensten zoals in het Ruhrgebied

Lezen H1.4

Maken opdracht 1 en 2 H1.4. Daarna bespreken. 

Assemblage = het in elkaar zitten van producten die bestaan uit losse onderdelen. 

Arbeidsintensief:

Lonen van werknemers zijn duurste kostenpost. (Denk bijvoorbeeld aan de kledingindustrie)

Kapitaalintensief:

Machines en gebouwen zijn de duurste kostenpost. (Denk bijvoorbeeld aan tech of auto bedrijven)

Vroeger --> Nu

Dus van een arbeidsintensief gebied naar een kapitaalintensief gebied gericht op het buitenland. 

Voordeel: Grote afzetmarkt 
Nadeel: Afhankelijk van de wereldeconomie 

Agglomeratievoordelen

Agglomeratievoordelen

Een automerk heeft toeleveranciers nodig, hightechbedrijven, onderzoek naar motoren, scholing, verzekeringsmaatschappijen etc.

Uitdagingen in de toekomst voor deze regio:

- Benzine --> Elektrisch
- Hoogopgeleide werknemers blijven vinden

To do:

- Opdrachten 1.4

- Nakijken 1.4