H4ges_3 Les 16 Herhaling voor toets periode 1

1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 2 - Slide

Telefoon in je zakkie!

Slide 3 - Slide

       Startklaar:

- Telefoon in Zakkie!
- Op tafel:
              Pen
              Map
              Feniksboek
Welkom bij de Geschiedenisles ZH4!

Slide 4 - Slide

Startopdracht:
Schrijf de antwoorden op de volgende vragen op:



1.  
2. 
3. 




timer
5:00

Slide 5 - Slide

Programma deze les:
  1. Herhaling: een tijdvak per slide
  2. Tips voor het werken met Kenmerkende Aspecten
  3. Tips voor het werken met bronnen
  4. Pauze
  5. Oefenvragen

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:.

- Kun je met vertrouwen toewerken naar de toets!


Slide 7 - Slide

Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren
Jager-verzamelaars trekken rond (nomadisch)

--> Jager-verzamelaars beginnen met landbouw (sedentair)

-----> Landbouwoverschotten: tijd voor andere taken

--------> Verschillende taken betekent meer noodzaak voor communicatie: schrift ontstaat

-----------> Niet iedereen is meer boer: steden ontstaan 

Slide 8 - Slide

Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen
De Grieken

- Stadstaten (poleis) met verschillende bestuursvormen

- Polytheisme (meerdere goden)

- Grieks-Romeinse vormentaal:
       - Zuilen, tympanon, fries, architraaf
       - Beeldhouwkunst 
 

De Romeinen

- Koning --> Republiek --> Keizer


- Ontstaan christendom (monotheisme)

- Splitsing Romeins Rijk 

- 476 na Christus: val West-Romeinse Rijk

Slide 9 - Slide

Tijdvak 3: Tijd van monniken en ridders
- Na val Romeinse Rijk:
      - Verdwijnen van 1 Rijk
      - Geen geld meer
      - Onveilig
- Dus:  
      - Feodalisme/leenstelsel (politiek)
      - Hofstelsel (economisch)
- Ook
      - Ontstaan en verspreiding Islam
      - Verspreiding Christendom over heel Europa (kerstening)

Slide 10 - Slide

Tijdvak 4: Tijd van steden en staten
- Kruistochten, waarom? 
      1. Oproep Paus
      2. Eer, roem en avontuur
      3. Ideologie: heilige oorlog
      4. Kwijtschelding van zonden (aflaat)
- Centralisatie en staatsvorming
      - Feodalisme niet meer gunstig voor koningen (want te gefragmenteerd)
      ---> Dus: 
                  - Overal dezelfde wetten en hetzelfde geld
                  - Alleen koning heeft macht, geen leenmannen meer. Bestuurstaken verdeeld onder                             ambtenaren

Slide 11 - Slide

Periode, tijdvak en Kenmerkend Aspect
- Periode: Prehistorie             = Alles tot 3000 voor Christus            Tijdvak 1
- Periode: Oudheid                  = 3000 vC. - 500 na Christus               Tijdvak 2
- Periode: Middeleeuwen     = 500 - 1500                                                Tijdvak 3 en 4


- In de vraag/bron staat bijna altijd een verwijzing naar het tijdvak of de periode. Herken dit!



Slide 12 - Slide

Vragen met beeldbron in 3 stappen
1. Lees de vraag goed en markeer de instructiewoorden

2. Bron bekijken:
        - Uit welke tijd komt de bron?
        - Wie is de maker van de bron?
        - Waar gaat de bron over?

3. De vraag beantwoorden:
        1. Ik heb geleerd/weet dat... 
        2. Ik zie in de bron dat... (noem iets uit de bron)
        3, Dus ik concludeer dat... (herhaal deel van de vraag)

Slide 13 - Slide