Engels
1 / 24
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Text
Text
Dinsdag
Zaterdag
Woensdag
Zondag
Donderdag
Maandag
Vrijdag
Thursday
Saturday
Sunday
Tuesday
Wednesday
Monday
Vrijdag
Slide 3 - Drag question
Wat is maandag?
A
Saturday
B
Friday
C
Tuesday
D
Monday
Slide 4 - Quiz
What day is today?
Welke dag is het vandaag?
Welke dag is het vandaag?
A
Tuesday
B
Thursday
C
Monday
D
Wednesday
Slide 5 - Quiz
What day is it tomorrow?
Welke dag is het morgen?
Welke dag is het morgen?
A
Monday
B
Sunday
C
Wednesday
D
Thursday
Slide 6 - Quiz
How many days are there in a week?
Hoeveel dagen zitten er in een week?
Hoeveel dagen zitten er in een week?
A
Six
B
Seven
C
Eight
D
Nine
Slide 7 - Quiz
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
Oktober
November
December
January
February
March
April
May
June
August
July
September
October
November
December
Slide 8 - Drag question
What month is it?
Welke maand is het?
Welke maand is het?
A
October
B
March
C
May
D
September
Slide 9 - Quiz
How many months are there?
Hoeveel maanden zijn er?
Hoeveel maanden zijn er?
A
10
B
11
C
12
D
13
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
What lesson do we have now?
Welke les hebben we nu?
Welke les hebben we nu?
A
Maths
B
English
C
History
D
Science
Slide 16 - Quiz
Wat is gym in het Engels?
A
Geography
B
Music
C
Physical education
D
English
Slide 17 - Quiz
Wat is aardrijkskunde in het Engels?
A
Geography
B
Music
C
Physical education
D
English
Slide 18 - Quiz
Wat is muziek in het Engels?
A
Geography
B
Music
C
Physical education
D
English
Slide 19 - Quiz
Wat is wiskunde (rekenen) in het Engels?
A
Geography
B
Maths
C
Biology
D
Art
Slide 20 - Quiz
Wat is Geschiedenis in het Engels?
A
Geography
B
Music
C
Biology
D
History
Slide 21 - Quiz
What is your favorite subject?
My favorite subject is ....
My favorite subject is ....
Slide 22 - Open question
What subject do you dislike the most?
I dislike ...
I dislike ...
