This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Rekenen met korting
Slide 1 - Slide
Rekenen met korting
Planning: Uitleg korting berekenen uitleg nieuwe prijs berekenen Quiz maken
Slide 2 - Slide
Rekenen met korting
Leerdoelen Je berekent de korting je berekent de nieuwe prijs
Slide 3 - Slide
Rekenen met korting
Welke woorden worden nog meer gebruikt bij korting in een winkel?
Slide 4 - Slide
Rekenen met korting
Korting wordt vaak gegeven in procenten. Wil je weten hoeveel euro dat is, bereken dat dan via 1% of via een handig getal.
Slide 5 - Slide
Rekenen met korting
Welke woorden worden nog meer gebruikt bij korting in een winkel?
Slide 6 - Slide
Rekenen met korting
Welke woorden worden nog meer gebruikt bij korting in een winkel? sale, aanbieding, afgeprijsd, uitverkoop
Slide 7 - Slide
Rekenen met korting
VB: Archie laat 8 pakken laminaat bezorgen. Dat kost 300 euro.
Archie heeft een kortingscode van 5%.
Hoeveel euro korting krijgt hij?
Slide 8 - Slide
Rekenen met korting
Wil je de nieuwe prijs berekenen, dan reken je eerst het kortingsbedrag uit.
nieuwe prijs = oude prijs − bedrag korting
Slide 9 - Slide
Rekenen met korting
VB: Archie laat 8 pakken laminaat bezorgen. Dat kost 300 euro.
Archie heeft een kortingscode van 5%.
Hoeveel euro moet hij betallen?
Slide 10 - Slide
Rekenen met korting
VB: Nada is van plan om haar kind zindelijk te leren tijdens de meivakantie. Daarvoor wil ze speciale onderbroeken kopen. Op de website staat dat er 20% korting is op deze oefenbroekjes.
Een set van 4 speciale onderbroeken kost normaal €25,00.
Slide 11 - Slide
Rekenen met korting
Quiz
Slide 12 - Slide
Korting, betekent dat je de korting van de prijs af haalt?
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Een horloge kost€150.Je krijgt 70% korting.Hoeveel korting krijg je?
A
105
B
80
C
130
D
145
Slide 14 - Quiz
20% korting van € 500,00 hoeveel is de korting?
timer
1:00
A
€ 20,00
B
€ 110,00
C
€ 120,00
D
€ 100,00
Slide 15 - Quiz
In de winkel krijg je 10% korting. Zonder korting kost een broek € 65 Hoeveel korting krijg je?
A
€ 6,50
B
€ 58,50
C
€ 60,00
D
€ 6,00
Slide 16 - Quiz
Je krijgt 5% korting. Hoeveel korting krijg je?
A
€ 5,-
B
€ 2,50
C
€ 1,90
D
€ 0,95
Slide 17 - Quiz
Ik moet € 398,- betalen. Ik krijg 10% korting. De korting is:
A
€ 398,-
B
€ 3,98
C
€ 0,39
D
€ 39,80
Slide 18 - Quiz
Rekenen met korting
Je kunt ook het percentage van de korting uitrekenen
Slide 19 - Slide
Een televisie kost zonder korting €360,-. Je krijgt €108,- korting. Hoeveel procent korting krijg je?