Heden verleden toekomst hoofdstuk 1

Heden verleden toekomst
hoofdstuk 1
De prijs van tijd

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Heden verleden toekomst
hoofdstuk 1
De prijs van tijd

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Aan het eind van deze les kan jij: 
  1. uitleggen dat de tijd een waarde heeft en een onderscheid maken tussen de algemene prijs van tijd en de individuele prijs van tijd
  2. de rol van reporente en deposito rente verklaren
  3. het verschiltussen voorraadgrootheden en stroomgrootheden toelichten


Slide 2 - Slide

Individuele prijs van tijd
Het ongemak van uitstellen van een aankoop
De prijs van tijd (=rente)
        
            Algemene prijs                  vermogensmarkt door vraag (leners) en aanbod                                                                                                                                             (spaarders) 
                 reporente ( banken lenen bij centrale bank)
                 depositorente (banken sparen bij centrale bank)

             Individuele prijs van tijd (afhankelijk van iemands                                                                          voorkeur)

                                        Hoge tijdsvoorkeur: Nu besteden (mensen die risicoavers zijn)
                                        Lage tijdsvoorkeur : later besteden

Voorraadgrootheid                        Stroomgrootheid
( spaargeld of leningbedrag)         (ontvangen of betaalde rente)
 (vast moment )                                      (over een periode)

Slide 3 - Slide

Wat is de waarde van tijd?

Tot nu toe in M1,2,3: 
iedere ruil vond meteen plaats, er werd niet geruild over de tijd!

Wat wordt er geruild? 
Consumptie        naar voren halen = lenen)
                                uitstellen (=sparen)



Slide 4 - Slide

timer
10:00
Examenbundel opgave 1 blz 113

Wat moet je weten?
  • oorzaak :rente hypotheek
     gevolg : vraag naar woningen
    (Rente stijgt-> lenen wordt duur->vraag woningen daalt)
  • reële waarde wordt beïnvloed door
    de inflatie.
    inflatie->met hetzelfde bedrag minder kopen

zelfstandig: de opgave maken

Bespreken:
over 10 minuten 

Klaar? opgave 2 blz 114

Slide 6 - Slide

Wat vind je moeilijk?
timer
3:00

Slide 7 - Slide

Welke factor bepaalt niet de individuele prijs van tijd?

A
Individuele voorkeur
B
Algemene prijs van tijd
C
Mate van risico-aversie
D
Type product

Slide 8 - Quiz

Startende ondernemers hebben doorgaans een .... individuele prijs van tijd
A
Lage
B
Hoge
C
Geen van beiden

Slide 9 - Quiz

Mensen met een hoge individuele prijs van tijd zijn risico-avers
A
onjuist
B
juist

Slide 10 - Quiz

De algemene prijs van tijd is 5%, je individuele prijs van tijd is 3%
A
je gaat sparen
B
je gaat lenen

Slide 11 - Quiz

De individuele prijs van tijd is ...
A
voor iedereen hetzelfde
B
gelijk aan de rente
C
hoger voor een 'ongeduldiger' iemand
D
gelijk aan het consumentensurplus

Slide 12 - Quiz

Welke factor bepaalt niet de individuele prijs van tijd?

A
Individuele voorkeur
B
Algemene prijs van tijd
C
Mate van risico-aversie
D
Type product

Slide 13 - Quiz



welke vragen heb je nog over de leerdoelen:
1. je kunt uitleggen dat tijd een waarde heeft en onderscheid maken tussen algemene prijs van tijd en individuele
2. Je kunt de rol van reporente en deposito rente verklaren
3. Je kunt het verschil tussen voorraadgrootheden en stroomgrootheden toelichten

Slide 14 - Open question