4.2 Zouten in water

Verhoudingsformule opstellen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Verhoudingsformule opstellen

Slide 1 - Slide

4.2 Zouten in water
Hoe lossen zouten op in water?
Hoe reageren metaaloxiden met water?

Slide 2 - Slide

Oplossen van zouten
Sommige zouten zijn oplosbaar in water, bijv. keukenzout of calciumchloride (Binas 45A)
Wanneer een zout oplost in water, wordt de ionbinding verbroken.
De ionen bewegen zich dan lost van elkaar in de oplossing.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welk zout lost niet op in water?


A
natriumcarbonaat
B
koper(II)nitraat
C
koper(II)carbonaat
D
natriumnitraat

Slide 5 - Quiz

Oplosvergelijking
NaCl(s) -> Na+(aq) + Cl-(aq)
De "opgeloste" ionen worden gehydrateerde ionen genoemd. De watermantel wordt weergegeven door achter de formule van het ion (aq) te zetten.

Slide 6 - Slide

Wat is de juiste oplosvergelijking voor zinkchloride?


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quiz

Bij oplossen van een zout worden de ionen omringt door watermoleculen.
Welk deel van een watermolecuul draait naar een positief ion toe?
A
H
B
O

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Indampvergelijking
Na+(aq)+Cl(aq)NaCl(s)

Slide 10 - Slide

Indampvergelijking van een zout
  • Als je een zoutoplossing verwarmt, verdampt het water.
  • Negatieve en positieve ionen vormen weer een ionrooster.
  • Het zout blijft achter.
  • Indampvergelijking: ionen -> zout
  • Zn2+ + SO42- -> ZnSO4

Slide 11 - Slide

Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen
Oplosvergelijking:                       (s)  -->  Ca2+ (aq) + 2 NO3- (aq)
Indampvergelijking:   2 NO3- (aq) + Ca2+ (aq) -->                     (s)
 
Ca(NO3)2
Ca(NO3)2

Slide 12 - Slide

Geef de juiste vergelijking voor het indampen van een
aluminiumsulfaatoplossing.

(1 min)
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quiz

Geef de indampvergelijking van een 
oplossing van ammoniumjodide.
Als je indampt, verwarm je een zoutoplossing net zo lang tot al het water is verdampt en je het vaste zout overhoudt. Op microniveau houdt dat in dat je de positieve en negatieve ionen samenvoegt tot het vaste zout:

NH4+ + I- → NH4I

Een indampvergelijking is feitelijk het tegenovergestelde van een oplosvergelijking. Ook in een indampvergelijking komt geen H2O voor. 

Slide 14 - Slide

Tabel 45a, r?
Bij o.a. vier metaaloxiden staat de aanduiding r.
Een r betekent dat het reageert als het in water komt. 

Bij de metaaloxide moet je weten wat er gebeurt van de andere hoeft dat niet. 

Slide 15 - Slide

Metaaloxiden en water
 Na2O(s)+ H2O  -> 2Na+(aq) + 2OH-(aq) natronloog
K2O(s) + H2O  ->   2K+(aq) + 2OH-(aq) kaliloog
CaO(s) + H2O  -> Ca2+(aq) + 2OH-(aq) kalkwater
BaO(s) + H2O -> Ba2+(aq) + 2OH-(aq) barietwater

Slide 16 - Slide