MOH-23B 28 november

1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wie fühlst du dich heute?

Slide 2 - Slide

Die Planung
1. Stunde:
  • Selbständige Arbeit: Aufgabe 3.05 - 3.08 + 3.10
  • Neues Thema: "Ordnungszahlen" = rangtelwoorden (Aufgabe 3.11)
(Pause?)
2. Stunde:
  • Reader 
  • Quiz Wörterliste (Haribo!)


Slide 3 - Slide

Selbständige Arbeit
  • Aufgabe 3.05 - 3.08     (Seite 60-62)
  • Aufgabe 3.10 (Seite 63)

Danach Antworten besprechen.


timer
20:00

Slide 4 - Slide

Neues Thema
die Ordnungszahlen                 
= rangtelwoorden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

An die Arbeit!
  • Aufgabe 3.11 (S. 65)
Hilfe: S. 64

Danach Antworten besprechen 
und Pause. 
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

2. Stunde
  1. Reader: Aufgabe 4 und 3
  2. Quiz: Wörterliste Teil I, II & III + Reader

Slide 9 - Slide

An die Arbeit
  • Reader
  • Aufgabe 4 (S. 10)
  • +/- 10 Minuten


Danach Antworten besprechen

timer
10:00

Slide 10 - Slide

Antworten
1. Pasta (Nudeln)
2. groentegerechten? of schnitzel?
3. .... en aardappelen
4. Schnitzel
5. Worst

Slide 11 - Slide

An die Arbeit
  • Reader
  • Aufgabe 3 (S. 7-9) 
  • Wörterliste Teil I, II & III 
  • +/- 15 Minuten


Danach machen wir einen Quiz (Haribo!) 

timer
15:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

DE - NL

Slide 14 - Slide

die Erdnussbutter
A
Satésaus
B
Pindakaas
C
Pinda-olie
D
Pindaboter

Slide 15 - Quiz

Der Tisch
A
De fles
B
De rekening
C
De tafel
D
de fooi

Slide 16 - Quiz

die Marmelade
A
de jam
B
de ham
C
de stroop
D
de beenham

Slide 17 - Quiz

die Erbsen
A
Boontjes
B
Erwtjes
C
Spruitjes

Slide 18 - Quiz

Schwein
A
Rund
B
Kip
C
Zwijn
D
Varken

Slide 19 - Quiz

Der Teller
A
Het bord
B
De mantel
C
De kelder
D
De rekenmachine

Slide 20 - Quiz

De rode wijn
A
Der Rotwein
B
Die Rotwein

Slide 21 - Quiz

Das Trinkgeld
A
Het statiegeld
B
De heffing
C
De fooi

Slide 22 - Quiz

Frühstückskuchen
A
Gebak
B
Ontbijtkoek
C
Ontbijtbuffet

Slide 23 - Quiz

(ww) unterschreiben
A
Onderschrijven
B
Beschrijven
C
Krassen
D
Ondertekenen

Slide 24 - Quiz

dekantierter Rotwein
A
Rode wijn met depot
B
Rode wijn overgeschonken in een andere fles
C
Rode wijn in een karaf

Slide 25 - Quiz

Das Messer
A
Het mes
B
Het snijgedeelte van het mes
C
Het bord
D
Metaal

Slide 26 - Quiz

NL / DE

Slide 27 - Slide

Het voorgerecht
A
Das Vorgericht
B
Das Vorspeise
C
Die Vorspeise
D
Die Hauptspeise

Slide 28 - Quiz

Het hoofdgerecht
A
Das Hauptspeise
B
Die Hauptspeise
C
Die große Speise

Slide 29 - Quiz

Het nagerecht
A
Die Nachspeise
B
Das Nachspeise

Slide 30 - Quiz

De jas
A
Der Mantel
B
Die Jacke
C
Der Pullover

Slide 31 - Quiz

Het mandje stokbrood
A
Die Tüte Stangenbrot
B
Der Teller mit Stangenbrot
C
Das Körbchen Stangenbrot

Slide 32 - Quiz

De witte wijn
A
Die Weißwein
B
Der Weißwein
C
Der weiße Wein

Slide 33 - Quiz

Laat maar zitten / Het is goed zo (bij het geven van fooi)
A
Stimmt so
B
Gut so
C
Alles klar

Slide 34 - Quiz

Peer
A
Himbeere
B
Trauben
C
Birne

Slide 35 - Quiz

Sinaasappel
A
Sinaasapfel
B
Apfelsine
C
Zitrone

Slide 36 - Quiz

Spruitjes
A
Rosenkohl
B
Brussels sprouts
C
Grüner Kohl
D
Spruitkool

Slide 37 - Quiz

Asperges
A
Gurke
B
Weiße Gurke
C
Asperges
D
Spargel

Slide 38 - Quiz