8.1 Nederland handelsland

Over economische grenzen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Over economische grenzen

Slide 1 - Slide

8.1 Nederland handelsland

Slide 2 - Slide

Exporteren
  • Goederen worden verkocht aan het buitenland. 
  • Nederland

Slide 3 - Slide

Welke producten exporteert
Nederland veel?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wederuitvoer
Eerst importeren
Dan gelijk exporteren

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Importeren
Goederen uit het buitenland kopen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Waarom importeert Nederland goederen?

Slide 10 - Slide

Waarom importeert Nederland goederen?
  • Goedkoper in het buitenland.
  • Betere kwaliteit goederen
  • Bepaalde grondstoffen komen niet of weinig voor in NL
  • Niet het juiste klimaat.
  • Consumenten willen bepaalt merk

Slide 11 - Slide

Waardes
Invoerwaarde
Ingevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Uitvoerwaarde
UItgevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Zie voorbeeld 226

Slide 12 - Slide

Betalingsbalans

Slide 13 - Slide

Nederland heeft een ... op de betalingsbalans

A. Overschot
B. Tekort

Slide 14 - Slide

Quote
Importquote = Totale invoerwaarde : nationaal inkomen x 100%

Exportquote = Totale uitvoerwaarde : nationaal inkomen x 100%

blz 227

Slide 15 - Slide

Open of gesloten economie 
Open economie
Veel handel met het buitenland

Gesloten economie
Weinig handel met het buiteland

Slide 16 - Slide

Welke landen hebben een open economie?

Welke landen hebben een gesloten economie?

Slide 17 - Slide

Aan de slag met:
Opgave 1 t/m 11

Klaar?
Maken 1 t/ 6

Slide 18 - Slide

De importquote van een land is 5% en de exportquote is 6%. In dat land is er sprake van een ...
A
Gesloten economie
B
Open economie

Slide 19 - Quiz

Wat staat er op de betalingsbalans?
A
De importquote en de exportquote.
B
De importquote en de uitvoerwaarde.
C
De invoerwaarde en de exportquote.
D
De invoerwaarde en de uitvoerwaarde.

Slide 20 - Quiz

Wat is wederuitvoer?
A
goederen aan een ander land verkopen
B
goederen importeren en dan doorverkopen aan het buitenland
C
Een protectiemaatregel om import tegen te gaan
D
Goederen verkopen aan het buitenland die in Nederland gemaakt zijn

Slide 21 - Quiz

De importquote is:
A
de totale invoerwaarde
B
de invoerwaarde als % van het nationaal inkomen
C
alles wat gekocht wordt in het buitenland
D
Het zakgeld wat je krijgt

Slide 22 - Quiz

De totale uitvoerwaarde is kleiner dan de invoerwaarde. Dit is een:
A
Overschot op de handelsbalans
B
Tekort op de handelsbalans
C
Tekort op het Nationaal Inkomen
D
Overschot op het Nationaal Inkomen

Slide 23 - Quiz

Export is
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten
D
In eigen land producten verkopen

Slide 24 - Quiz

Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...
A
meer keuze in goederen en diensten.
B
minder keuze in goederen en diensten.
C
je hoeft niets meer te doen, ze komen alles brengen
D
je kunt tenminste lekker eten: chinees, mexicaans etc.

Slide 25 - Quiz

Een voordeel van meer export is ...
A
dat de werkgelegenheid daalt.
B
dat de werkgelegenheid stijgt.

Slide 26 - Quiz